Protestantse bendes willen zich zuiveren van criminaliteit
BELFAST - De Ulster Defence Association (UDA) werd in 1971 opgericht om de protestanten in Noord-Ierland te beschermen tegen het geweld van de katholieken. Maar dit liep nogal uit de hand. De laatste jaren boezemde de UDA vooral vrees in bij de protestantse gemeenschap.
Leden van de UDA gebruikten hun wapens niet meer alleen om te vechten tegen het (katholieke) Ierse Republikeinse Leger (IRA), maar ook om criminele activiteiten te ontplooien. Omdat Ierland een eiland is, is het vrij eenvoudig drugs te importeren. Zowel de rooms-katholieke als de protestantse paramilitaire bendes waren actief in de drugshandel.Iets anders was afpersing. Veel leden van de UDA waren voltijds betrokken bij de organisatie en dat moest natuurlijk worden gefinancierd. Winkeliers uit de eigen gemeenschap werden onder druk gezet om ’beschermingsbelasting’ te betalen. Deden ze dat niet, dan ontplofte er enkele dagen later een bom bij de etalage.
Zowel protestanten als katholieken hielden zich lang afzijdig van prostitutie. Maar ook op dat punt werden de laatste jaren steeds meer oogjes toegeknepen.
Tijd voor verandering, vindt Sammy Duddy. Hij steekt een sigaret op en vertelt over zijn werk voor de Ulster Political Research Group (UPRG), die politieke analyses maakt voor de UDA. „Een van onze raadgevingen was een staakt-het-vuren. Dat heeft men opgevolgd, negen maanden geleden. Ook hebben we geadviseerd geen aanvallen meer uit te voeren op de nationalistische (rooms-katholieke, EvV) gemeenschap.â€Â
Duddy was zelf betrokken bij de oprichting van de UDA in de jaren zeventig. „We moesten onze gemeenschappen verdedigen tegen het geweld van de IRA, anders zouden we allemaal zijn vermoord. We vochten de eerste tijd met hockeysticks tegen de geweren van de republikeinen. Enkele jaren later gingen we zelf ook geweld gebruiken, uiteraard louter uit zelfverdediging.â€Â
Hij maakte ook de eerste periode mee, toen de beweging na enkele jaren naar schatting 40.000 leden had, uitsluitend uit de arbeidersklasse. De UDA bleef een mantelorganisatie die het vuile werk liet opknappen door de ’onderaannemer’ Ulster Freedom Fighters (UFF). Momenteel wordt het aantal UDA-leden geschat op hoogstens enkele honderden, van wie enkele tientallen actief zijn in de UFF.
Omdat het geweld door de UFF werd gepleegd, duurde het tot begin jaren negentig voordat de UDA werd verboden. Duddy is daarom ook geen lid meer, verzekert hij, terwijl hij met een stalen gezicht door het raam naar buiten kijkt. „Onze organisatie bestaat immers niet meer.â€Â
Duddy gelooft dat de UDA moet meewerken aan de vrede in Noord-Ierland en de burgeroorlog van de afgelopen tientallen jaren achter zich moet laten. Daarom wil hij dat de „criminele elementen uit de UDAâ€Â worden verwijderd. „Niemand wordt daar beter van. Van een keurig UDA-lid verwachten we dat hij de gemeenschap beschermt en niet terroriseert.â€Â
Een van de protestantse paramilitairen leden die hun eigen kring terroriseerden was Johnny Adair. De afgelopen jaren zat hij diverse keren in de gevangenis vanwege het „leidinggeven aan terrorisme.â€Â In januari 2003 werd hij weer gevangengezet. Al eerder had de UDA hem uit de beweging gezet.
Adairs vrouw nam met ongeveer twintig andere dissidenten de wijk naar het Engelse Manchester. De UFF beloofde hun dat terugkeer naar Noord-Ierland niet „zonder incidentâ€Â zou verlopen.
Duddy neemt een slok van zijn koffie en legt uit wat deze waarschuwing van de UFF betekent. „Je hoeft er niet aan te twijfelen dat we hen doodschieten zodra ze hier voet aan wal zetten.â€Â
Ook een andere groep van twintig voormalige UDA-leden is Noord-Ierland uitgezet. Sammy: „Die doen nu goede zaken in de drugswereld van Britse steden zoals Liverpool. Nee, ik ben niet bang dat ze hier terugkomen. Hoogstens in een kistâ€Â, verzekert Duddy.
Dr. Neil Jarman, onderzoeker van het Centrum voor Conflictonderzoek in Belfast, ziet dat er ontwikkelingen gaande zijn in de paramilitaire organisatie van de protestanten. „De UDA was de laatste jaren de moeilijkste groep in de protestantse gemeenschap. Door het ontbreken van een effectief centraal leiderschap bestond er geen eenheid, maar was zij sterk regionaal verdeeld. In de ene regio was men meer positief bezig met politiek en vrede, in de andere meer crimineel.â€Â
De ontwikkelingen zijn vooral begonnen nadat de groep zich losmaakte van de gevreesde leider Johnny Adair, meent Jarman. „Of deze ontwikkelingen structureel zijn, is nog niet te zeggen.â€Â
Opvallend is dat Duddy spreekt over „keurige UDA-leden.â€Â Dat klinkt tegenstrijdig, omdat de UDA een gewelddadige organisatie is die veel bloed heeft laten vloeien. Deskundigen schatten het aantal dodelijke slachtoffers van de UDA op 408 in de periode tussen 1971 en 1999. En na 1999 worden nog enkele honderden bomaanslagen aan de organisatie toegeschreven.
„Geweld is nooit netjesâ€Â, legt Duddy uit. „Daarom was het oorspronkelijke doel van de organisatie het alleen uit noodzaak als zelfverdediging te gebruiken. Geweld was echter soms wel nodig, want anders waren we hier weggejaagd of uitgeroeid. Ik schrik soms wel van wat ik de laatste jaren aan agressieve taal van de jonge generatie hoor. Daar probeer ik tegen te vechten, evenals tegen de criminele elementen.â€Â
Ook Sammy Duddy werd tijdens het dieptepunt van het conflict een jaar lang in de gevangenis opgesloten. „Ik werd verdacht van betrokkenheid bij een moord. Maar na een jaar werd de zaak geseponeerd. Toen was ik weer vrij.â€Â
Het bouwen aan vrede vanuit een paramilitaire organisatie is niet makkelijk, verzekert Duddy. „Ook vanuit de protestantse hoek word ik bedreigd. Niet iedereen die eerder bij de drugshandel betrokken was, vindt het fijn dat dit ik die bestrijd. Ik kan politierapporten laten zien van vier moordaanslagen op mij. Bij een ervan is mijn hond omgekomen.â€Â