Een op de drie islamitische families CAR betreurt dode door geweld
AMSTERDAM. Het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) heeft veel slachtoffers gemaakt onder moslimfamilies die naar het buurland Tsjaad zijn gevlucht. Dat blijkt uit woensdag gepubliceerd onderzoek van Artsen zonder Grenzen onder 3500 families. Bijna de gehele moslimbevolking in het westen van de CAR is het land ontvlucht.
Artsen zonder Grenzen ondervroeg in Tsjaad 3500 moslimfamilies om inzicht te krijgen in de mate van geweld tegen moslims tussen november 2013 en april. Uit het onderzoek blijkt dat van 33 procent van de families ten minste één familielid is omgekomen, terwijl er in 28 procent van de gevallen zeker twee doden zijn te betreuren. De gemiddelde grootte van de families bedraagt 9,3 personen.
Bijna 87 procent van de slachtoffers was mannelijk en tussen de 33 en de 44 jaar oud. Onder de doden waren echter ook 209 kinderen onder de 15 jaar. Ruim 320 mensen stierven tijdens hun vlucht naar Tsjaad.
Inmiddels is bijna de gehele moslimbevolking in het westen van de CAR het land ontvlucht. In verschillende plaatsen, waaronder de hoofdstad Bangui, zijn er echter nog altijd enclaves met kleine groepen moslims. In totaal zou het om enkele duizenden gaan. Zij worden beschermd door een internationale troepenmacht.
Het slepende conflict in het Afrikaanse land heeft honderdduizenden mensen uit hun huizen verjaagd. Uit VN-cijfers blijkt dat het aantal ontheemden in de CAR afneemt, maar dat nog altijd mensen de wijk nemen naar buurlanden als Tsjaad en Kameroen. Die proberen de instroom zo veel mogelijk tegen te gaan.