Het Kröller-Müller Museum in Otterlo trok in het afgelopen jaar meer bezoekers dan ooit in het 65-jarig bestaan. Ruim 400.000 mensen kwamen kijken naar de tentoonstelling ”Vincent en Helene”, ook in het kader van het Van Goghjaar.

De Haagse gemeentemusea trokken gezamenlijk 34 procent meer bezoekers dan vorig jaar. In totaal kwamen 387.000 bezoekers naar de Haagse kunsthuizen. Ook musea in Groningen, Haarlem en Utrecht kunnen zich verheugen in toegenomen belangstelling.

In Amsterdam vielen de resultaten tegen. Het Van Goghmuseum en het Rijksmuseum kregen minder mensen over de vloer dan in 2002. Het altijd vooral door buitenlanders goed bezochte Van Goghmuseum in Amsterdam trok in het Van Goghjaar 1,3 miljoen bezoekers, iets minder dan in 2002. Het Rijksmuseum in Amsterdam kreeg 825.000 mensen over de vloer. Dat is minder dan in 2002 toen er meer dan een miljoen bezoekers waren, maar afgelopen voorjaar moest het museum de deuren enige tijd sluiten in verband met de vondst van asbest.

De zes Leidse musea trokken samen met 625.000 belangstellenden 7 procent meer geïnteresseerden dan in het jaar ervoor. Dino Argentino in Naturalis was de grootste publiekstrekker.

Het Centraal Museum in Utrecht kon zich verheugen in de belangstelling van 106.500 man. De tentoonstelling Pracht en Praal van de Paus; Schatten uit het Vaticaan in het Utrechtse Museum Catharijneconvent, een eenmalige kans om kostbare voorwerpen uit de pauselijke schatkamers te bewonderen, bracht het bezoekersaantal van dit museum op meer dan 60.000.

Het Van Abbemuseum in Eindhoven kreeg 160.000 mensen. Een onbekend aantal kunstliefhebbers klaagde zo over het niet meer meedoen door het museum aan de Museumkaart, dat het Van Abbe vanaf 1 januari de kaarthouders weer gratis toelaat. Het Teylers Museum in Haarlem boekte ook nog een bijzonder succesje. Hoewel het door bouwactiviteiten in de buurt slechter te bereiken is dan ooit, trok het 16 procent meer mensen en sloot het het jaar af met ruim 73.000 verkochte kaartjes.