Historisch treffen premiers India en Pakistan
De premiers van aartsrivalen Pakistan en India hebben zondag een historische ontmoeting gehad op de regionale topconferentie in Islamabad. Het was de eerste keer dat leiders van de Zuid-Aziatische kernmachten elkaar ontmoetten sinds de landen in 2002 bijna in oorlog raakten over de betwiste regio Kasjmir.
De Indiër Atal Behari Vajpayee en zijn Pakistaanse ambtsgenoot Zafarullah Khan hielden hun ontmoeting, die een halfuur duurde, direct na de openingsceremonie van de conferentie van de Zuid-Aziatische Associatie voor Regionale Samenwerking (SAARC). Ook hun ministers van Buitenlandse Zaken waren daarbij aanwezig.
Volgens de Pakistaanse minister van Buitenlandse Zaken, Kasuri, was het een „goede bijeenkomst.” Waarover de leiders van gedachten wisselden, is niet bekendgemaakt. Vooraf hadden beide partijen laten weten dat het tweetal gevoelige onderwerpen als de kwestie Kasjmir niet zou aanroeren.
De Indiase premier Atal Bihari Vajpayee riep de andere leiders op de top ertoe op het aanzien van de regio in de wereld te veranderen. „We moeten elkaar niet langer wantrouwen, maar vertrouwen, tweestrijd inruilen voor eendracht en spanningen voor vrede.” Het is voor het eerst in vijf jaar dat Vajpayee een bezoek brengt aan Pakistan, dat al decennialang de aartsrivaal van India is.
Maandag zou een gesprek volgen tussen Vajpayee en de Pakistaanse president, generaal Pervez Musharraf. Zondagavond was Vajpayee net als de andere aanwezige regeringsleiders te gast op een banket waarvan Musharraf de gastheer was. De Indiase minister van Buitenlandse Zaken, Yashwant Sinha, karakteriseerde het aanstaande gesprek tussen Musharraf en Vajpayee als een gebruikelijke beleefdheidsvisite aan de gastheer van de SAARC-conferentie. Maar een woordvoerder van het Pakistaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei te hopen dat het gesprek het begin vormt van een formele dialoog.
De Srilankaanse president Chandrika Kumaratunga zei dat India en Pakistan momenteel op een „historisch punt” zijn aangekomen. „De visie en de moed zoals de leiders van India en Pakistan die de laatste tijd hebben laten zien in hun inspanningen om bilaterale kwesties op te lossen, hebben deze bijeenkomst een nieuw doel en een nieuw elan gegeven”, zei ze.
Tijdens de vorige top van de SAARC, twee jaar geleden, hadden India en Pakistan nog meer dan een miljoen soldaten opgesteld langs de onderlinge grens. Kort daarvoor hadden extremisten een zelfmoordaanslag gepleegd op het Indiase parlement. India stelde Pakistan voor die aanslag verantwoordelijk. De voor vorig jaar geplande top werd vanwege de spanningen tussen de kernmachten afgeblazen.
De afgelopen maanden zijn de spanningen tussen India en Pakistan verminderd. Afgelopen week werd er voor het eerst weer een lijnvlucht uitgevoerd tussen de twee landen.
De SAARC, opgericht in december 1985, wordt gevormd door India, Pakistan, Sri Lanka, Bangladesh, Nepal, Bhutan en de Malediven. In de zeven SAARC-landen woont eenvijfde deel van de wereldbevolking, onder wie honderden miljoenen van de allerarmsten. Op de agenda van de SAARC-top staan onder meer een regionale vrijhandelszone, terrorismebestrijding en sociale vraagstukken. De driedaagse topontmoeting moet resulteren in een vrijhandelsverdrag.
Om aanslagen te voorkomen, hebben de Pakistaanse autoriteiten in Islamabad 10.000 politieagenten en commando’s ingezet en de omgeving van de plek waar de topconferentie wordt gehouden van de buitenwereld afgesloten. Eind vorig jaar mislukten twee aanslagen op president Musharraf. Een van de agendapunten op de bijeenkomst in Islamabad is de strijd tegen het terrorisme.
De lidstaten van de SAARC proberen al langer een vrijhandelsovereenkomst te sluiten, maar konden op hun toppen in 2001 en 2002 niet tot overeenstemming komen. Door de recente toenadering tussen India en Pakistan is het nu wel gelukt om tot een akkoord te komen. Afgelopen week werden de ministers van de zeven landen het tijdens vooroverleg in Islamabad eens over het verdrag, dat per 1 januari 2006 in werking moet treden. De importheffingen tussen de SAARC-landen worden in vijf tot tien jaar tot nul of bijna nul teruggebracht. Op termijn wordt nog verdergaande samenwerking voorzien, mogelijk zelfs de invoering van een gemeenschappelijke munt.