Buitenland

Mannetjesputters in Tromsø

IJzige kou slaat je, als het ware, in het gezicht in het poolmuseum in Tromsø, een stad in het noorden van Noorwegen. Hier liggen verhalen over barre expedities voor het oprapen.

J. Visscher

5 July 2014 16:24Gewijzigd op 15 November 2020 11:45
Tafereel in het poolmuseum in het Noorse Tromsø. Menig jager trok vanuit de stad naar de noordelijke regionen. beeld RD
Tafereel in het poolmuseum in het Noorse Tromsø. Menig jager trok vanuit de stad naar de noordelijke regionen. beeld RD

Een mannetjesputter, die Erling Gjerdrum Kagge. In 1990 bereikt de Noorse wereldreiziger, samen met Børge Ousland, als eerste in de wereld de Noordpool op ski’s. Zonder hulp van honden of gemotoriseerde hulpmiddelen. Een ander kras staaltje levert Kagge in 1992/1993. Wederom als eerste ter wereld zet hij moederziel alleen op ski’s koers naar de Zuidpool. Met succes. In vijftig dagen legt hij bijna 1400 kilometer af. Kagge sleept een 120 kilo zware slee achter zich aan.

Roemruchte expedities naar moeilijk toegankelijke oorden; de –vroegere– jacht op walvissen, poolberen, walrussen en zeehonden. Het poolmuseum in Tromsø, gevestigd in een voormalig, roodhouten douanegebouw uit 1830, verhaalt erover. Tal van zaken getuigen van het harde leven in ijzige noordelijke contreien: miniatuurzeilschepen, de slagtand van een walrus, een opgezette poolhond, een katrol waarmee zeehonden naar binnen werden gehaald, een kompas, een touwladder, een kapiteinskajuit, een scheepsklok, een Krag-Jørgensengeweer, het meest gebruikte wapen door Noren bij de zeehondenjacht.

Landkaart

Een Nederlands tintje heeft het Noorse poolmuseum ook. Aandacht is er voor de vermaarde Nederlandse zeevaarder en poolonderzoeker Willem Barentsz. Hij ontdekte eind zestiende eeuw Spitsbergen (in het Noors Svalbard) ofwel Het Nieuwe Land, een eilandengroep in de Noordelijke IJszee. In het museum hangt een „zeer zeldzame” Barentszlandkaart van de noordelijke regio’s. De kopergravuredruk uit 1598 is de eerste plattegrond van Spitsbergen, gemaakt na Barentsz’ laatste, in 1596 gestarte reis.

De Noorse stad Tromsø was in vroeger dagen uitvalsbasis voor menigeen die zijn geluk beproefde in de noordelijke regionen. Zo trokken jagers naar Spitsbergen en Groenland. Vermaard is Henry Rudi uit Tromsø, met de illustere bijnaam ”koning van de ijsberen”. Zijn eerste winter op Spitsbergen bracht hij door in 1908-1909. Hij verschalkte negentig beren. Dat smaakte naar meer. Niet minder dan 27 winters vertoefde hij op Spitsbergen, Groenland en Jan Mayen, een vulkanisch eiland in de Noordelijke IJszee. In veertig jaar tijd veroverde Rudi 713 ijsberen.

Poolonderzoeker bij uitstek was de Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen (1872-1928). Zijn buste staat in het museum. Hij was de eerste mens die, in 1911, de Zuidpool bereikte. Ook al zo’n mannetjesputter.

In 1901 kocht Amundsen het schip Gjøa in Tromsø. Op zeilreis in november 1903 kwam hij in de buurt van de magnetische Noordpool. De expeditie verzamelde magnetische en geografische gegevens. Toen de Gjøa in 1906 afmeerde in Nome, Alaska, was het het eerste schip dat de noordwestelijke doorvaart maakte. Dat is een route van de Atlantische Oceaan naar de Grote Oceaan door de poolarchipel van Canada.

Amundsen maakte ook gebruik van een zeppelin. In mei 1926 ondernam hij, samen met anderen, in het luchtschip Norge (Noorwegen) een vlucht over de Noordelijke IJszee, van Europa naar Alaska. De Noordpool werd aangedaan. Piloot was de Italiaan Umberto Nobile, ontwerper van de zeppelin.

Diezelfde Nobile zou nog een dramatische rol spelen in het leven van Amundsen. In 1928 leidde Nobile de Italiaanse Noordpool-expeditie met het luchtschip Italia. De zeppelin crashte bij terugkeer van de Noordpool. Er werd een reddingsactie op touw gezet. Amundsen deed daar aan mee met de vliegboot Latham. Het radiocontact viel weg en Amundsen en zijn bemanning zijn nooit meer gezien. Nobile en acht van zijn mannen werden gered.

Sneeuwstormen

Mist, temperaturen van 40 graden onder nul, sneeuwstormen, gevaarlijke ijsmassa’s: de Noorse ontdekkingsreiziger Fridtjof Nansen weet ervan mee te praten. In 1893 leidt hij de twaalfkoppige Framexpeditie. Het speciale, 39 meter lange schip moet enorme krachten van ijsmassa’s kunnen weerstaan. Doel is de Noordpool te bereiken. Met het schip lukt dat niet. Nansen besluit een poging te doen met ski’s, sledes en sledehonden en kajaks. Expeditielid Hjalmar Johansen vergezelt hem. Johansen beschrijft in zijn dagboek dat de tocht tot zijn dood kan leiden. „God alleen regeert daarover.”

Het zit het onverschrokken tweetal tegen. Honden verliezen hun krachten. De zwakste worden geslacht, hun vlees dient als voedsel voor de andere honden. Als de mannen per dag niet meer dan zo’n 3 kilometer vorderen, keren ze in april 1895 terug. De Noordpool bereiken ze niet. Wel zijn ze enkele honderden kilometers noordelijker gekomen dan enig ander.

Vol ontberingen is de terugreis. Ze springen van ijsschots naar ijsschots. Hun laatste twee honden maken ze af. Noodgedwongen moeten Nansen en Johansen overwinteren in een hut op Franz Josefland, een eilandengroep ten noordoosten van Spitsbergen. Ze overleven op een dieet van walrus en ijsbeer. Als Nansen later met zijn ski’s door het ijs zakt, weet zijn kameraad hem te redden. Op zijn beurt schiet Nansen Johansen te hulp als die het doelwit is van een roofzuchtige ijsbeer. Nansen schiet het dier dood. Heldhaftig is Nansen ook als hij het ijskoude water induikt om twee wegdrijvende kajaks te redden. Zonder die vaartuigen hebben ze immers een groot probleem.

Hondengeblaf in de verte! Dat verlossende geluid hoort Nansen als hij op 17 juni 1896 een maal bereidt. Hij volgt een hondenspoor en komt oog in oog te staan met een menselijk wezen: de Britse poolreiziger Frederick George Jackson. Nansen en Johansen zijn gered.


Als ratten in de val

Tromsø is een van de Noorse plaatsen die worden aangedaan door Hurtigruten (de snelle dienst). Schepen van Hurtigruten varen al meer dan 120 jaar langs de Noorse kust van Bergen naar het noordelijke Kirkenes en weer terug. Bij Tromsø kunnen passagiers bijvoorbeeld kajakken. Met zicht op besneeuwde bergen. Twee gidsen begeleiden een groepje van zo’n acht kajakkers. Er volgen veiligheidsinstructies Een van de gidsen verhaalt even later over de Tirpitz, het grootste Duitse slagschip uit de Tweede Wereldoorlog, dat hier bij Tromsø lag. Britse bommenwerpers bestookten het schip in 1944. De Tirpitz kapseisde. Meer dan 1000 bemanningsleden zaten als ratten in de val; 87 opvarenden werden gered. Blikvanger, vanwege zijn driehoeksvormen, in Tromsø is de uit 1965 daterende IJszeekathedraal (The Arctic Cathedral). Het ontwerp van architect Jan Inge Hovig symboliseert onder meer ijsbergen.

Niet ver van die kerk voert een kabelbaan naar boven, de berg Storsteinen (421 meter) op. Daar in de sneeuw binden mensen, begin mei, de latten onder. De plek biedt een weids uitzicht over Tromsø.

www.demooistezeereis.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer