Hieronder een kort overzicht van de zwerftocht van de asielzoekers door de hoofdstad.

Een groep van ongeveer 40 uitgeprocedeerde asielzoekers streek in september 2012 neer in een tentenkamp in Amsterdam-Osdorp. Het aantal bewoners groeide snel aan tot ongeveer 130. In november dat jaar werd het tentenkamp opgedoekt.

De groep vond daarna onderdak in een gekraakte kerk in Amsterdam-West. De asielzoekers mochten in deze zogenoemde Vluchtkerk de winter doorbrengen. Uiteindelijk bleven ze er tot eind mei 2013. Daarna betrokken ze een leegstaand kantorencomplex in Amsterdam-West, waar ze enkele weken verbleven.

In november 2013 bood de gemeente Amsterdam de groep, die inmiddels was gegroeid tot 159 personen, onderdak in de voormalige gevangenis. Burgemeester Eberhard van der Laan en staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) hadden afgesproken dat ze hier tot 1 juni 2014 konden blijven. De vluchtelingen stemden hiermee in, maar wilden vervolgens niet weg. De gemeente stapte daarom naar de rechter om hun vertrek uit de Vluchthaven af te dwingen. Zij moest het pand per 1 juli leeg opleveren.

De gemeente heeft inmiddels wel tijdelijke opvang geregeld voor een groep van ongeveer 30 mensen die door de GGD als kwetsbaar is aangemerkt en mensen die bereid zijn terug te keren, maar nog tijd nodig hebben om dat te regelen.

Een deel trok naar de zogenoemde Vluchtgarage, een pand in Zuid-Oost. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde vorige maand dat de situatie hier ‘mensonwaardig’ is, maar de gemeente verwierp deze kritiek. Vanuit de Vluchtgarage trok een groep in april naar de zogenoemde Vluchtmarkt, een aantal leegstaande woningen in de Ten Katestraat. De rechtbank besloot donderdag dat ze hier weg moeten.