Boerkaverbod niet in strijd met mensenrechten
STRAATSBURG/BRUSSEL (ANP). Het Franse verbod op het in het publiek dragen van een boerka of nikab is op zich niet in strijd met de Europese conventie voor de mensenrechten. Dat heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uitgesproken in een zaak die door een jonge Franse moslima was aangespannen tegen de Franse staat. Die voerde in 2011 zo’n verbod in.
Het Hof is het in meerderheid met de Franse regering eens dat het dragen van een totale gezichtsbedekking in strijd is met respect voor de minimumvereisten voor een open democratische samenleving, omdat het gezicht „een belangrijke rol speelt in de sociale interactie”.
Bovendien verhindert de Franse wet niet dat moslimvrouwen speciale kleding dragen die het gezicht wel vrijlaat. Ook is volgens de rechters geen sprake van een verbod op religieuze gronden.
Andere argumenten die door de Franse regering waren aangevoerd ter verdediging van het verbod wijst het hof echter af. Zo ziet het geen gevaar voor de publieke veiligheid of voor identiteitsfraude, omdat de staat andere middelen ten dienste staan om daartegen op te treden. Alleen bij een algehele bedreiging van de publieke veiligheid zou dat kunnen gelden, maar daarvan was in dit geval geen sprake. Ook argumenten als gelijkheid van man en vrouw en menselijke waardigheid maken geen indruk op het hof.
Amnesty International veroordeelt de uitspraak van het hof. Het spreekt van een aantasting van de vrijheid van meningsuiting en de godsdienstvrijheid, die het signaal geeft dat vrouwen niet vrij zijn om hun religieuze overtuiging publiek uit te dragen. Amnesty-woordvoerder John Dalhuisen: „Het hof zegt dat gezichtsbedekkende sluiers niet mogen, omdat anderen zich er ongemakkelijk bij voelen. Dat is onvoldoende reden om een uitingsvorm te verbieden die op zichzelf anderen niet schaadt.”