Dertien jaar geëist in oude moordzaak
Voor de rechtbank in Amsterdam is woensdag dertien jaar cel geëist tegen de 54-jarige P. U. uit Almere, die ruim achttien jaar geleden de Amsterdamse winkelier J. van Weerdenburg zou hebben vermoord.
De 43-jarige eigenaar van een lampenzaak in de Van Woustraat werd op 23 september 1983 dood aangetroffen in zijn winkel. Hij was met zes kogels om het leven gebracht. Een dader werd nooit gevonden. Het zogeheten Cold Caseteam van verschillende politiediensten besloot in 2000 de moord opnieuw tegen het licht te houden voor de zaak in 2001 zou verjaren.
De vingerafdrukken die destijds op de kassa en de toonbank van de winkel waren gevonden, werden opnieuw bekeken. Er werden identieke vingerafdrukken in de computerdatabase gevonden, namelijk die van de verdachte. De afdrukken waren in 1991 in het bestand opgenomen naar aanleiding van een ontuchtzaak. Ook werd in 1983 in de kassa een bonnetje van een aanbetaling aangetroffen op naam van U., zij het dat zijn naam verkeerd was gespeld.
De verdachte heeft sinds zijn aanhouding in maart vorig jaar wisselende verklaringen afgelegd. De ene keer gaf hij toe dat hij een gewapende roofoverval op het slachtoffer had gepleegd. Toen de winkelier weigerde hem geld te geven en zijn opslagruimte in vluchtte, was U. bang geworden voor herkenning en had hij de man van korte afstand met verscheidene kogels beschoten. In een andere verklaring had de verdachte in opdracht van „een stel Joegoslaven” winkeliers in de buurt geld proberen af te persen. Het slachtoffer zou daarbij door een van U.’s metgezellen om het leven zijn gebracht.
Op de zitting zei hij dat de politie hem onder druk had gezet om te bekennen. Hij trok zijn bekentenis weer in. De verdachte zou zo overstuur zijn geweest, dat hij desgevraagd ook de moord op Marianne Vaatstra zou hebben bekend.
Van afpersingspraktijken in de Van Woustraat is volgens de officier van justitie niets gebleken. Ook de sporen die in de winkel zijn aangetroffen, wijzen op slechts één dader.
De officier sprak van een weloverwogen roofmoord, waarbij het inmiddels opgetreden tijdsverloop een strafverzwarend effect dient te hebben. U. heeft immers de familie van het slachtoffer al die jaren in verschikkelijke onzekerheid gelaten, terwijl hij zelf zijn leven opbouwde alsof er niets aan de hand was.
De rechtbank doet uitspraak op 8 februari.