1972, 10 april: een aardbeving met een kracht van 7,1 op de schaal van Richter treft de stad Ghir Karzin en een gebied van 250 kilometer daarbuiten. Meer dan 5300 mensen komen om.

1977, maart 22: 167 mensen komen om in en rond de zuidoostelijke stad Bandar Abbas (7 op de schaal van Richter).

1977, 6 april: een aardbeving (kracht 6,5) kost 352 mensen het leven in de provincie Isfahan.

1977, 21 december: de stad Zarand wordt getroffen (kracht 6,2). Er vallen 521 doden.

1978, 16 september: een zware beving (tussen 7,5 en 7,9) verwoest de stad Tabas en veel dorpen in de omgeving. Ruim 15.000 Iraniërs laten het leven.

1979, 16 januari: 200 mensen komen om bij een beving (kracht 7) in de provincie Khorasan.

1981, 11 juni: de stad Golbaf wordt met de grond gelijkgemaakt (kracht 6,8). Er vallen meer dan 1000bdoden.

1981, 28 juli: de provincie Kerman wordt getroffen, kracht 7,3. Tussen de 4000 en de 8000 mensen komen om.

1990, 21 juni: 35.000 Iraniërs laten het leven bij een van de zwaarste bevingen ooit (kracht 7,7). De beving treft onder meer de gebieden Gilan en Zanjan. Een half miljoen mensen raken dakloos. Er vallen meer dan 100.000 gewonden.

1997, 28 februari: in het noordwesten van het land vallen 1000 doden bij een beving met een kracht van 5,5.

1997, 10 mei: in het gebied nabij de Afghaanse grens vallen 1600 doden bij een beving met een kracht van 7,1.

2003, 26 december: de historische stad Bam wordt getroffen. Zeker 60 procent van de oude huizen en gebouwen is verwoest. Plaatselijke autoriteiten schatten het dodental vrijdagmiddag op tussen de 5000 en de 6000, inmiddels wordt met 40.000 doden rekening gehouden. De beving heeft een kracht van 6,3.