„De rechter vond het verzoek onvoldoende feitelijk onderbouwd”, licht Seebregts toe. „Dat verbaast me niet, omdat de onderbouwing van de Amerikanen heel beperkt was, zelfs voor een uitleveringsverzoek.”

De Turken hielden D. in maart aan op de luchthaven van Istanbul, toen hij van Egypte op doorreis naar Nederland was. Uit informatie van Interpol blijkt dat de Amerikanen hem verdenken van steun aan de terroristische organisatie al-Shabaab.

De Somalische Nederlander zat sinds half augustus 2013 gevangen in de beruchte Tora-gevangenis in de Egyptische hoofdstad Caïro op verdenking van terrorisme. De Nederlandse autoriteiten vonden zijn omstandigheden daar zo ernstig dat ze die bij Egypte hebben aangekaart. „D. werd in Egypte vastgehouden zonder een nadere toelichting”, vertelde Seebregts eerder. „Op 23 maart mocht hij opeens zonder nadere toelichting gaan.”

Wel ondervroeg de Britse geheime dienst D. in zijn Egyptische cel om hem te bewegen informant te worden. Hij moest infiltreren in de Somalische gemeenschap in het Verenigd Koninkrijk. D. werd in die periode, zegt hij, gemarteld. Hij wist later vanuit de gevangenis in Caïro een brief bij Seebregts te krijgen over het bezoek van de Britse geheime dienst.

„Ik ben nu 100 procent zeker dat de Britse geheime dienst een deel van deze problemen is, omdat ik een van hun geheim agenten heb ontmoet. Die probeerde me over te halen om met hun samen te werken in ruil voor mijn vrijheid. Seebregts zegt dat de Britse geheime dienst D., toen hij in Groot-Brittannië woonde (2006-2011), al probeerde over te halen om te infiltreren. ,Toen D. bleef weigeren, is gezegd dat de dienst zou zorgen dat hij daar spijt van zou krijgen.”

Volgens Seebregts staat het uitleveringsverzoek van de VS aan Turkije daarom in een heel ander daglicht. „Het is waarschijnlijk gebaseerd op informatie van de Britse geheime dienst en die staat nu in een dubieus daglicht.”