Krijgsheer Congo krijgt 12 jaar in Den Haag
DEN HAAG (ANP). De Congolese militieleider Germain Katanga heeft van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag 12 jaar cel gekregen voor oorlogsmisdaden. Het was de eerste keer dat het Strafhof een straf oplegde voor betrokkenheid bij massamoord. De aanklagers hadden een straf van 22 tot 24 jaar geëist.
Katanga was in 2003 betrokken bij de stammenstrijd in het Noordoost-Congolese district Ituri. Daar waren Hema’s, Lendu’s en Ngiti’s met elkaar slaags geraakt. Op 24 februari 2003 werd het dorp Bogoro aangevallen, zo’n 200 dorpelingen werden gedood. Katanga heeft de wapens verschaft voor sommige aanvallers; hij heeft niet zelf meegedaan aan de moordpartijen.
De gruwelijke slachting was onderdeel van pogingen alle Hema’s in het gebied uit te moorden. Mannen, vrouwen en kinderen werden met machetes in stukken gehakt, doodgeknuppeld of in brand gestoken. Mensen die op de vlucht sloegen, werden als dieren opgejaagd.
De nu 36-jarige Katanga, toentertijd bekend onder de bijnaam Simba, is de tweede persoon die door het ICC is veroordeeld. Zijn landgenoot Thomas Lubanga kreeg in 2012 door de rechters 14 jaar cel opgelegd voor het inzetten van kindsoldaten.
De veroordeelde heeft al 7 jaar vastgezeten; die tijd wordt van de straf afgetrokken. Katanga zou daardoor mogelijk volgend jaar al vrij kunnen komen, als hij twee derde van zijn straf heeft uitgezeten. Vorige maand was hij al in hoger beroep gegaan toen hij schuldig werd bevonden. Vooralsnog is niet duidelijk of hij dat doorzet. Ook de aanklagers gingen begin april in beroep tegen de beslissing van de rechters. Ze willen dat hij ook schuldig wordt bevonden aan verkrachting en seksuele slavernij.