De overstromingen hebben al zeker 40 levens geëist en het einde van de overstromingen lijkt nog niet in zicht. Overal wordt tegen het water gevochten. In Servië is onder meer met zandzakken een kilometerslange dijk gebouwd om de elektriciteitscentrale in het zwaar getroffen Obrenovac te beschermen. De centrale voorziet in de helft van de elektriciteitsbehoefte van Servië.

Van Raalten ziet met verbazing dat er vooral met zandzakken wordt gesjouwd. „We zien niet gebeuren dat een gebied gecontroleerd onder water wordt gezet. Ze lijken niet te denken: laat het hier maar misgaan, dat is beter dan dat Belgrado overstroomt.”

Het enige wat de autoriteiten op dit moment kunnen doen om erger te voorkomen, is een dijk doorsteken op een plek waar dat het minste kwaad kan, zegt Van Raalten. Hij maakt zich ook „grote zorgen” over het vervolg.

„De grote vraag is nu: wat gaat er stroomafwaarts gebeuren? De problemen spelen nog in de bergen. Maar dat water komt straks allemaal naar beneden. Welke gevolgen heeft dat in Roemenië en bereiden ze zich daar voor?”

Volgens Van Raalten zijn er verscheidene oorzaken dat het zo mis is gegaan in Servië, Bosnië en ook Kroatië. „Ten eerste is de hoeveelheid neerslag bizar groot. Maar ook zijn de rivierbeddingen volgebouwd. Door het bebouwen van hellingen zijn bovendien de bossen verdwenen, waardoor landverschuivingen en modderstromen ontstaan.”

Om dezelfde problemen in de toekomst te voorkomen is het volgens de Arcadis-medewerker goed om naar Nederland te kijken. „Er zijn investeringen nodig in dijken. Die zijn vaak niet hoog en sterk genoeg. Ook moet er meer ruimte komen voor het water uit de rivieren en moet worden gekeken waar veilig kan worden gebouwd.”

Van Raalten denkt dat voor zo’n programma miljarden euro’s nodig zijn. Gekeken naar de ervaringen van Arcadis in Polen is het volgens hem zeer de vraag of dat geld er is op de Balkan. Wel weet hij zeker dat Nederlandse waterbouwers kunnen helpen. „Wij kunnen hier echt veel betekenen. Onze handen jeuken.”