Opbloeiende samenleving
Politiek draait om de waan van de dag, zo lijkt het. Hoe staat het met de achterliggende visie? In de aanloop naar de Europese verkiezingen geven politieke denkers hun kijk op de bestemming, problematiek en hoop van de mens. Vandaag deel 6, door Peter van Dalen, Jan Schippers en Wouter Beekers namens CU-SGP.
In de politiek doet het ertoe hoe we aankijken tegen de mens, hoe we denken over de samenleving. Dat geldt op alle niveaus: van de lokale tot de Europese politiek, waar het schijnbaar vaak om alleen maar praktische beslissingen lijkt te gaan. Het is mooi dat het Reformatorisch Dagblad politici uitnodigt iets te laten zien van de mensvisie achter de dagelijkse politiek.
Nogal veel politici lijken hoge verwachtingen te hebben van mensen. Het gaat veel over zelfontplooiing en een vitale samenleving. Hoogleraar Govert Buijs haalde in die context onlangs terecht Johannes Althusius aan, zijn zeventiende-eeuwse voorganger als politiek filosoof. Althusius sprak over de mens als schipbreukeling. Aan onszelf overgelaten komen we niet ver. Wie van ons zou, alleen op de wereld, zichzelf kunnen redden?
Pas in relaties kunnen we leven en komen we tot ontplooiing. De christelijke politiek heeft daarbij niet alleen oog voor relaties tussen mensen onderling, maar ook voor de relatie van de mens tot God en tot Gods schepping. Dit is ook de kern van het grote liefdesgebod: „U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.” En: „U zult uw naaste liefhebben als uzelf.”
In onze westerse cultuur staan deze relaties onder grote druk. De tendens van individualisering zet maatschappelijke verbanden en instituties, zoals het gezin, op losse schroeven. En wat betreft het beheer van de schepping speelt een haast grenzeloze drang om alles te exploiteren ons geducht parten. ChristenUnie en SGP bepleiten een revival van verbondenheid.
Lichtje
Wie het belang van relaties voorop zet, gaat genuanceerd denken over de gebruikelijke politieke polen van vrijheid en gelijkheid. Waarom? Omdat vrijheid in onze optiek niet los verkrijgbaar is van verantwoordelijkheid. En een politieke ideologie die streeft naar gelijkheid miskent de verscheidenheid die God in de schepping heeft gelegd.
God geeft mensen als Zijn beelddragers de opdracht om zich te verbinden, het goede voor elkaar te zoeken. Hij geeft mensen, ook politici, vrijheid én verantwoordelijkheid om aan dit gebod gehoor te geven of niet. Maar al te vaak geven we toe aan het kwaad. Sinds de Franse Revolutie aan het eind van de achttiende eeuw probeert men in Europa dit gegeven weg te poetsen, tot in onze tijd toe. Merkwaardig, zelfs na twee gruwelijke wereldoorlogen gaat er bij velen nog steeds geen lichtje branden. Ondanks de toegenomen kennis en wetenschap is de mens zelf niet moreel beter geworden.
Daarom is het van belang dat we investeren in een sterke rechtsorde, nationaal en internationaal. Dat lijkt voor de hand liggend, maar deze mensvisie maakt in de praktijk wel het verschil. Zo pleiten SGP en ChristenUnie momenteel als enige politieke partijen voor een vergroting van de defensiebudgetten.
Tegelijkertijd kunnen structuren ook in de weg zitten. Ze kunnen verhinderen dat mensen hun talenten voor elkaar inzetten. Dat kan bijvoorbeeld door een totale fixatie op geldelijke winst en betaalde arbeid. Dat zagen we in het kabinetsvoorstel voor de Bijstandswet dat alleenstaande ouders de arbeidsmarkt op zou jagen. Volgens ons is het primair van belang dat zij hun talenten inbrengen in de kring van het gezin. Ook hier maakt een Bijbels mensbeeld het verschil.
Superstaat
Wat is nu de rol van de overheid in dit geheel? In de eerste plaats moeten we daar niet te groots over denken. De overheid is slechts een van de kringen die een samenleving vormen, zoals Abraham Kuyper het ooit verwoordde. Aan het einde van de negentiende eeuw relativeerde hij ook de hoge verwachtingen van de natiestaat met een sterke rijksoverheid. Zo is het aan het begin van de eenentwintigste eeuw goed om te waken voor al te hooggespannen verwachtingen van de Europese Unie: die moet zeker geen ‘superstaat’ worden.
Hierbij speelt mee dat concentratie van macht riskant is. Daarom is het wijs om bevoegdheden te spreiden, ook in internationaal verband. Voor mensenrechten zijn de VN en de Raad van Europa de aangewezen organen. Voor militaire coördinatie is de NAVO aan zet. De Europese Unie behartigt de interne markt en de internationale handel en stelt regels voor bescherming van de schepping en de werknemers.
Een overambitieuze overheid staat algauw de vrijheid van mensen om in verbondenheid te leven, in de weg. De overheidstaak willen wij zo veel mogelijk begrenzen tot het publieke domein. Inmenging in de interne zaken van een bedrijf, een kerk, school of gezin is niet wenselijk – tenzij een situatie van onrecht daartoe noopt. De overheid schept randvoorwaarden, waarbinnen genoemde maatschappelijke instituties de ruimte krijgen en kunnen floreren.
Maar de overheid heeft soms ook een belangrijke rol om de vrijheid te bewaken. De vrijheid van mensen om hun geloof en relatie tot God te belijden bijvoorbeeld. In Nederland staat op verschillende manieren de vrijheid onder druk om je geloof naar geweten een plaats te geven in je leven. In het buitenland is er in veel landen sprake van regelrechte vervolging.
Gerechtigheid
Ten slotte heeft de overheid zelf een rol in het zoeken van gerechtigheid. Zoals Aurelius Augustinus het zei: „Wanneer de gerechtigheid opzij geschoven is, wat zijn koninkrijken anders dan grote roversbenden?” Democratische besluitvorming moet uiteindelijk ook altijd aan dit principe worden getoetst. Zo veel als in ons vermogen ligt, dienen we mensen recht te doen en het algemeen welzijn te zoeken.
Dit spreekt niet altijd vanzelf. Binnen de Nederlandse democratie is de levensbeëindiging van jaarlijks tienduizenden ongeboren kinderen een taboe. Wie ieder leven beschouwt als een geschenk van God, ziet hier groot onrecht dat bestreden moet worden. Evengoed trouwens op het Europese niveau.
Dat bleek wel toen een groep Europarlementariërs onder leiding van de Portugese Edite Estrela onlangs een pleidooi voerde voor „vrije toegang tot abortus” als „vrijheidsrecht.” Het voorstel werd verworpen met slechts zeven stemmen verschil (op ruim 600). Dit laat zien hoe niet alleen mensvisie het verschil maakt, maar ook iedere parlementszetel het verschil kan maken en straks elke stem telt bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.
Politieke machthebbers zullen zich hoeden voor het risico van een totalitair systeem dat mensen geen vrijheid laat. De overheid is niet aangesteld om te overheersen, maar juist en vooral om te dienen. Politiek is een eindige zaak. Zij streeft wel naar idealen, maar gaat daar niet in op omdat de werkelijkheid weerbarstig is. En omdat mensen beperkt zijn qua verstand, inzicht en vermogen. En tijd.
Het eeuwige en volmaakte komt later. Als Christus wederkomt om alles recht te zetten. Tot dat moment is er altijd wel wat. Wij geloven dat God regeert en dat Hij mensen inschakelt – verantwoordelijkheid geeft. Daarom mogen politici nooit op hun lauweren rusten. Tegelijk is er ook ruimte en ontspanning: de mens wikt, maar God beschikt.
De auteurs zijn respectievelijk lijsttrekker voor ChristenUnie-SGP bij de Europese verkiezingen, directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP en directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.