De ECB zou daarbij overwegen banken opnieuw tegen een zeer laag tarief van langlopende leningen te voorzien. Banken zouden daarbij worden verplicht dat geld op hun beurt uit te lenen aan kleinere bedrijven. Daarnaast zou de centrale bank denken aan het opkopen van herverpakte bedrijfsleningen bij banken. Die worden op die manier ook van meer geld voorzien, dat ze vervolgens kunnen uitlenen.

Door de kredietverlening te stimuleren hoopt de ECB het economisch herstel een duw in de rug te geven. Dat herstel moet ervoor zorgen dat de al bijzonder lage inflatie in de eurozone niet verder wegzakt, maar weer aantrekt richting het door de ECB beoogde doel van net iets minder dan 2 procent. De vrees bestaat dat de lage inflatie omslaat in deflatie, een periode van aanhoudende prijsdalingen. Die kunnen een rem zetten op de economie en maken het lastiger om schulden af te lossen.

Een nieuwe renteverlaging valt of staat volgende maand met de nieuwe prognose van de ECB voor de ontwikkeling van de inflatie in de periode tot en met 2016. Daarbij is het vooral de vraag of de ECB zijn prognose voor de geldontwaarding in 2016 verlaagt. Die staat nu op 1,5 procent. Een verdere verlaging geeft aan dat het inflatiedoel van de ECB duidelijk in gevaar komt.

Bij een renteverlaging gaat het tarief voor de deposito’s die banken bij de ECB aanhouden, waarschijnlijk ook omlaag. Aangezien dat tarief nu al op 0 procent staat, zal er daardoor voor het eerst sprake zijn van een negatieve rente in de eurozone. Dit betekent dat banken moeten betalen voor het stallen van geld bij de ECB, waardoor ze wellicht eerder geneigd zullen zijn geld uit te lenen.

Daarnaast maakt de negatieve rente de euro minder aantrekkelijk voor investeerders, waardoor de waarde van de Europese munt ten opzichte van bijvoorbeeld de dollar kan zakken. Dit maakt importgoederen duurder, waardoor de inflatie kan stijgen.