Dinsdag vroeg het Openbaar Ministerie al om een psychisch onderzoek. De aanklager zei dat er „een redelijke mogelijkheid” bestaat dat Pistorius aan een psychische ziekte lijdt. Als dat niet wordt onderzocht, is de kans groot dat de atleet tegen een rechterlijke uitspraak in beroep gaat. Hij zou zich er dan op kunnen beroepen dat er geen onderzoek naar zijn geestelijke toestand is gedaan.

De door de verdediging opgevoerde psycholoog Merryl Vorster zei maandag tijdens het proces dat de Zuid-Afrikaanse atleet lijdt aan een angststoornis. Die zou hij hebben opgelopen door een „onstabiele jeugd” en de traumatische ervaring die hij als baby had doordat zijn onderbenen werden geamputeerd.

Volgens de rechter zijn verklaringen van psychologen in de getuigenbank onvoldoende om een goed onderzoek naar de mentale staat van de gedaagde te vervangen. Ze gaf daarmee de aanklagers gelijk, zeer tegen de wens van de verdediging. Die had zich fel verzet tegen psychiatrisch onderzoek. Volgens zijn advocaat is onderzoek „prematuur” want er zouden nog andere getuigen worden opgeroepen.

Komende dinsdag worden nadere details en mogelijk eerste uitkomsten van het onderzoek bekendgemaakt, aldus de rechter. Dan moet ook blijken hoe lang het eigenlijke onderzoek gaat duren en hoe dat er precies gaat uitzien. Rechter Masipa verzekerde Pistorius en zijn team dat de maatregel niet bedoeld is als straf en dat hij vermoedelijk niet hoeft te worden opgenomen. „Het doel van de doorverwijzing is niet om de de verdachte twee keer te straffen. Als het mogelijk is, verdient het de voorkeur dat hij wordt behandeld als thuiswonend patiënt.”

Pistorius hoorde de beslissing uiterlijk onbewogen aan. Het proces, dat woensdag de 32e dag inging, loopt door het onderzoek zeker verdere vertraging op. Mocht hij worden veroordeeld voor moord wacht Pistorius een gevangenisstraf van minimaal 25 jaar.