Dat stellen 300 experts van het US Global Change Research Program (USGCRP) in het National Climate Assessment. Het 1300 pagina’s tellende rapport werd woensdag overhandigd aan de Amerikaanse regering.

„De klimaatverandering werd ooit gezien als iets wat in een verre toekomst zou plaatsvinden, maar is intussen realiteit geworden”, schrijven de wetenschappers.

Het rapport refereert eraan dat de Verenigde Staten de afgelopen jaren geregeld te maken hadden met extreem weer. „De Amerikanen zien overal veranderingen optreden. De zomers worden langer en heter; en periodes van extreme hitte duren langer dan ooit. De winters worden in het algemeen korter en warmer. In veel regio’s wordt hevige regen afgewisseld met lange periodes van droogte.”

Bij het verschijnen van het rapport werd ook bekend dat het gemiddelde CO2-gehalte in april 401,33 deeltjes per miljoen (ppm) bedroeg. De symbolische grenswaarde van 400 ppm is in april de hele maand overschreden. Tot de industriële revolutie schommelde het CO2-gehalte rond 280 ppm, daarna ging het de hoogte in. De ‘veilige’ grens van 350 ppm werd doorbroken in 1989.

De eerste keer dat het CO2-gehalte de 400 ppm-grens doorbrak, was in mei vorig jaar. Ondanks de jaarlijkse VN-klimaattops en de inspanningen om de CO2-uitstoot te verlagen, stijgt het gehalte in de atmosfeer nog steeds. Het toenemende CO2-gehalte in de atmosfeer wordt verantwoordelijk gehouden voor de temperatuurstijging op aarde. Sinds 1895 is de gemiddelde temperatuur in de Verenigde Staten met 0,8 graden Celsius gestegen; 80 procent van die stijging had plaats sinds 1980, aldus het rapport.

„Het doorbreken van de 400 ppm-grens moet ons ervan bewust maken dat we onverbiddelijk op weg zijn naar de 450 ppm-grens”, reageert Michael Gunson, manager CO2-satellietmetingen bij ruimtevaartorganisatie NASA.