Buitenland

„Voorlopig klimt er niemand”

KATHMANDU (ANP). Voorlopig klimt er niemand naar de top van de Mount Everest. Na de lawine van vorige week die het leven eiste van 16 sherpa’s, is de sfeer onder de lokale gidsen explosief. Dat zegt de Nederlandse Everest-beklimmer Eric Arnold donderdag vanuit Nepal.

24 April 2014 14:09Gewijzigd op 15 November 2020 10:16

„Er is nog geen oplossing”, zegt Arnold over de staking van de sherpa’s. Of hij zelf aan de beklimming kan beginnen is afwachten.

De 34-jarige Rotterdammer kwam deze week aan in het basiskamp op 5000 meter hoogte. Dat is de uitvalsbasis voor de tocht naar de top van de Mount Everest. De sherpa’s zijn voor de buitenlandse klimmers onontbeerlijk om de tocht naar 8850 meter hoogte te kunnen maken. Ze nemen ook de grootste risico’s.

Op het moment van de dodelijke lawine was Arnold nog in een dorpje onder het basiskamp. „De helikopters vlogen af en aan”, vertelt hij. Ook in het dorp kwamen al snel berichten binnen over wie er onder de slachtoffers waren.

Volgens Arnold willen vooral de sherpa’s die betrokken waren bij het ongeluk van vorige week, niet meer naar boven. Sommige grote expedities gaan daardoor niet door. Sherpa’s die wel verder willen, worden volgens de Nederlander door de anderen onder druk gezet.

Vooral de hoogte van de vergoeding die wordt uitgekeerd aan nabestaanden van omgekomen sherpa’s, is een discussiepunt. Maar de woede van de sherpa’s komt niet uit het niets. „Er is een hoop aan voorafgegaan”, aldus Arnold. De arbeidsvoorwaarden staan al lang ter discussie. „Het is financieel niet goed geregeld als een sherpa omkomt’, aldus de bergbeklimmer.

Om te voorkomen dat dit jaar geen enkele expeditie meer naar boven gaat, kregen de sherpa’s donderdagochtend bezoek van minister Bhim Acharya van Toerisme. Hij en vertegenwoordigers van klimorganisaties vlogen met een helikopter naar het basiskamp.

,Het was een grote vergadering”, zegt Arnold. Volgens hem zijn de sherpa’s en de regering van Nepal er nog niet uit. „Er zal verder onderhandeld moeten worden.” De Nederlandse klimmer en zijn buitenlandse collega’s hebben nog tot eind mei de tijd om de top te bereiken, als het klimseizoen eindigt.

Het is voor Arnold de tweede keer dat hij de top probeert te bereiken. De eerste keer, in 2012, moest hij op 250 meter van de top opgeven. Het weer was te slecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer