Brandstofcrisis treft Suriname
Suriname heeft twee dagen zonder brandstof gezeten omdat de benzinestations de deuren gesloten hebben gehouden. De pompstationhouders zijn ontevreden over de winstmarge op een liter brandstof en wilden dat de regering en de oliemaatschappijen zouden besluiten tot een verhoging van de benzineprijzen.
Momenteel houden de pompstationhouders van elke verkochte liter brandstof, die omgerekend nog geen 50 eurocent kost, nauwelijks een cent over, ofwel bijna 2 procent. Zij eisen dat de winstmarge 10 procent wordt, omdat zij onder de huidige omstandigheden naar eigen zeggen niet kunnen overleven. De oliemaatschappijen die in Suriname actief zijn -Shell, Esso en Texaco- hielden de afgelopen weken vol dat de huidige, door de regering vastgestelde prijs, geen ruimte biedt om de winstmarge van te verruimen en verwezen de actievoerders door naar de regering.
Maar bij monde van minister Rudy Demon (Natuurlijke Hulpbronnen) heeft de regering laten weten dat de winstmarge een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de benzinestations en de oliemaatschappijen is en dat ze zich afzijdig zou houden. Daarmee haalde hij zich de woede op hals van de pompstationhouders, die maandag met hun stakingsactie begonnen.
Duizenden automobilisten, die werden verrast door de onverwachte schaarste, moesten hun voertuig de afgelopen dagen noodgedwongen laten staan. Nadat de regering en de oliemaatschappijen woensdag alsnog toezeggingen deden om met de pompstationhouders rond de tafel te gaan zitten en om uiterlijk 1 januari een oplossing te vinden, werden de acties opgeschort en gingen de benzinestations weer open, wat tot lange files leidde.
„Maar als de regering haar toezeggingen niet nakomt en er per 1 januari geen overeenstemming is bereikt, zullen de stations opnieuw sluiten”, zo dreigt Robert van Dijk, woordvoerder van de pompstationhouders. Volgens hem bedrijft minister Demon politiek over de ruggen van de bevolking. „Hij voelt er weinig voor om een jaar voor de verkiezingen de verantwoordelijkheid nemen voor een verhoging van de benzineprijzen, omdat dit slecht valt bij de kiezers. Hij wil de schuld van die verhoging in onze schoenen schuiven. Maar wij kunnen zo niet langer door. Dan maar geen benzine, we zullen zien wat de kiezers daarvan vinden.”