Problemen rond president Bouterse stapelen zich op
PARAMARIBO. De breuk in de regeringscoalitie van de Surinaamse president Desi Bouterse maakt zijn positie zeer wankel. Maar het is slechts een van de vele problemen waar hij mee kampt.
De Nationale Assemblee, het Surinaamse parlement, heeft dit jaar nog niet één keer serieus vergaderd. Er werd alleen dagenlang gedebatteerd over de vraag wanneer de president bij officiële gelegenheden een door hemzelf bedachte sjerp mag dragen en wanneer hij de ambtsketen moet omhangen. Voor alle overige vergaderingen was geen meerderheid van 26 leden (het zogeheten quorum) in de vergaderzaal aanwezig, zoals de wet vereist.
Dit quorumspook, zoals het wordt genoemd, was afgelopen maandag de aanleiding voor Bouterse om coalitiegenoot Pertjajah Luhur uit de regering te zetten. De zes leden van die partij lieten verstek gaan bij de aanvang van de begrotingsbehandeling van 2014, waardoor deze voor de zoveelste keer moest worden afgeblazen.
Het niet-functionerende parlement is slechts een van de vele problemen waar het staatshoofd mee te kampen heeft. Sinds het aantreden van zijn regering in augustus 2010 is er bitter weinig gepresteerd. De lijst met niet nagekomen verkiezingsbeloften is bijna even lang als die met wat was beloofd.
Van de 18.000 woningen die er tot medio 2015 zouden worden gebouwd, zijn er tot nu toe pas enkele honderden gerealiseerd. Economische stimuleringsmaatregelen blijven uit, ambitieuze infrastructurele projecten zijn in de ijskast beland wegens geldgebrek. De slechte financiële huishouding van de overheid heeft er ook voor gezorgd dat aannemers, dienstverleners en leveranciers al maanden met onbetaalde rekeningen zitten.
Daarnaast wordt de regering geplaagd door corruptieschandalen die al verschillende ministers en topambtenaren de kop hebben gekost. Tot vervolging van hen komt het niet, omdat de beloofde anticorruptiewet nog steeds niet door het parlement is goedgekeurd. Bouterse krijgt nu zelfs uit zijn eigen achterban te horen dat hij als volksjongen vlak voor zijn verkiezing wel de wijken in trok, maar dat hij nu is verworden tot een president die zich verheven voelt boven datzelfde volk en niet meer aanspreekbaar is voor de gewone man.
Bouterse moet nu in het parlement balanceren om politiek te overleven. Hij kan immers slechts rekenen op de kleinst mogelijke meerderheid: 26 van de 51 zetels. Het is bovendien niet ondenkbaar dat de omstreden amnestiewet, die twee jaar geleden werd aangenomen en hem en zijn medeverdachten vrijpleitte van vervolging inzake de Decembermoorden van 1982, via een motie van de oppositie wordt teruggedraaid. Temeer omdat er ook binnen zijn eigen partij weerstand bestaat tegen de amnestiewet. Bouterse zegt zelf dat hij zich daar geen zorgen over maakt, omdat volgens hem de amnestiewet een gepasseerd station is.