Hij komt uitgebreid aan het woord in een interview met The Post Online en laat desgevraagd aan het ANP weten dat dit verhaal deze keer wel echt klopt. „Ik heb een hekel aan discriminatie en wil dit op deze manier aan de kaak stellen”, zegt De Laat.

De Laat plaatste de oproep op Facebook. Ook een advertentie die hij in regionale kranten zette, zorgde voor veel ophef. In de tekst waarin glazenwassers, schoonmakers en schilders werden gezocht, stond onderaan, in vette letters: „Wij zijn een Hollands bedrijf met Nederlandse werknemers.”

Hij zei onderzoek onder zijn Brabantse klanten te hebben gedaan, waaruit zou blijken dat zij alleen maar Hollanders wilden. Nu zegt hij: „Ik heb nooit een onderzoek gedaan onder mijn klanten in Brabant. Wat interesseert mij dat nou.”

Het College voor de Rechten van de Mens liet eerder in een reactie weten dat het bedrijf discrimineert en strafbaar is. Ook minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken sprak zich uit tegen de advertentie. Dat het bedrijf zich zou hebben gebaseerd op onderzoek bij klanten, vond hij bovendien geen overtuigend argument.

De Laat zegt nu blij te zijn met alle commotie en is te spreken over het effect van zijn actie. „Journalisten hebben alles klakkeloos overgenomen, iedereen is erin getrapt. Media maken je of breken je. In mijn geval was de actie succesvol. Het krijgt zelfs in Tweede Kamer aandacht. Geweldig. Ik heb niet alleen discriminatie op de werkvloer aan de kaak gesteld, maar tegelijk ook naamsbekendheid voor mijn bedrijf gekregen.”

Aanvankelijk kreeg De Laat vooral uit rechtse hoek veel steunbetuigingen, zegt hij. Na deze onthulling verwacht hij juist uit linkse hoek support. „Maar daar is het me niet om te doen. Ik wil discriminatie op de werkvloer aan de kaak stellen. Zelf heb ik er ook mee te maken gehad. Ik heb hartproblemen en kon daardoor moeilijk aan het werk komen.”

Ook de doodsbedreigingen die De Laat zou hebben gekregen, blijken nu deels verzonnen. „De bedreigingen zijn op een hand te tellen. Die heb ik overgenomen en aangedikt in eigen woorden.”