Obama roemt Johnson op verjaardag Civil Rights Act
WASHINGTON (AP). Barack Obama was pas 2 jaar toen president Lyndon Baines Johnson in 1964 de Civil Rights Act ondertekende en daarmee een einde maakte aan rassensegregatie in de Verenigde Staten. Nu, vijftig jaar later, is Obama zelf de president van de Verenigde Staten en sprak hij op een bijeenkomst in Austin waar de ondertekening van die iconische wet werd herdacht.
Johnson was een man die de kans greep die het presidentschap biedt om de geschiedenis vorm te geven en de belofte van gelijkheid die de VS biedt te vervullen, zei Obama. „Ik heb de vruchten geplukt van Johnsons werk.”
Obama bewondert de wijze waarop Johnson, die voordat hij het Witte Huis introk bijna 25 jaar in het Congres zat, in staat was het Congres zijn wil op te leggen. Johnson stuitte binnen zijn eigen Democratische Partij op veel verzet tegen de CRA. „Niemand was zo goed in politiek en niemand was zo dol op wetgeving maken als president Johnson”, zei Obama. „Hij was charmant wanneer het nodig was, maar kon ook meedogenloos zijn.”
Obama zei op de vijftigste verjaardag van de CRA dat het presidentschap hem ook geregeld tot nederigheid dwingt. „Je wordt er dagelijks aan herinnerd dat je in deze grootse democratie niet meer bent dan een estafettezwemmer in de stroming der geschiedenis. Je bent gebonden door de beslissingen van degenen die je voorgingen en moet vertrouwen op degenen die na je komen om jouw visie te vervullen.”
Donderdag was de laatste dag van een driedaags evenement ter ere van de CRA. Niet alleen Obama, maar alle nog levende ex-presidenten - Jimmy Carter, George H.W. Bush, Bill Clinton en George W. Bush - gaven acte de présence in de presidentiële bibliotheek van LBJ in Texas. Ook voorvechters van burgerrechten uit de jaren zestig, zoals Congreslid John Lewis, waren van de partij. De 74-jarige Lewis liep met onder anderen Martin Luther King mee in de marsen van Selma naar Montgomery, twee steden in Alabama.
Tijdens de eerste mars werden de activisten afgetuigd door de politie. Tijdens de tweede mars haalde de deelnemers Montgomery ook niet, omdat ze door de politie werden opgedragen rechtsomkeert te maken. De derde keer was het raak: beschermd door duizenden militairen en andere troepen van de federale overheid legden ze in ruim een week tijd de 87 kilometer tussen Selma en Montgomery af.