Economie

„Jongere moet in schoolcarrière minimaal één keer ondernemer zijn”

KAATSHEUVEL. Enthousiast en gedreven. De acht leerlingenbedrijven die woensdagmiddag om de titel ”Junior Company van het jaar 2014” streden, gingen ervoor. Maar hun gedrevenheid was niet het enige wat opviel. Van de acht teams in de finale kwamen er zes van reformatorische scholen.

Evert Barten
10 April 2014 14:32Gewijzigd op 15 November 2020 09:58
Alle deelnemende teams op het podium. beeld Evert Barten
Alle deelnemende teams op het podium. beeld Evert Barten

Het kwam woensdagmiddag in Kaatsheuvel dan ook niet helemaal als een verrassing dat de top 3 bestond uit leerlingenbedrijven afkomstig van reformatorische scholen: twee van het Calvijn College (Middelburg en Goes), een van het Driestar College in Leiden.

In een zaal op het terrein van attractiepark de Efteling kwam het team Eco-Click van het Calvijn College in Middelburg als beste uit de bus. Het mag zich een jaar lang ”Junior Company van het jaar” noemen. Niet alleen de presentatie, ook het ondernemingsplan en de bezoekersstand konden de jury bekoren. De leerlingen verkopen een „duurzame nietmachine zonder nietjes.”

Leerling-directeur Ard-Jan Provoost (16) uit Middelburg vindt de prijs een kroon op het vele werk dat is verzet. „We hebben hier het hele schooljaar hard voor geknokt. Dat we nu de eerste prijs winnen, is fantastisch.”

Zelfredzaamheid

Die gedrevenheid ziet Arko Veefkind, directeur van de stichting Jong Ondernemen, graag. „Onze ambitie is om elke jongere in zijn schoolcarrière minimaal één keer een ondernemerservaring te laten opdoen. Het doel daarbij is hun economische zelfredzaamheid bij te brengen. Het opzetten en runnen van een leerlingenbedrijf is daarbij slechts het middel.”

Als voorbeelden van zelfredzaamheid noemt Veefkind verantwoordelijkheid nemen, goed kunnen samenwerken en risico’s willen nemen binnen het bedrijf.

Veefkind is ervan overtuigd dat de aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs groeit. „Het aantal leerlingen dat meedoet aan dit project neemt elk jaar met een paar duizend toe. Vorig jaar bereikten we zo’n 24.000 jongeren, nu zijn het er 26.000. Die stijging zet door.”

Opvallend is het grote aandeel reformatorische en christelijke scholen dat meedoet. Ook op deze middag komen zes van de acht finalisten uit deze hoek. Veefkind heeft er een eenvoudige verklaring voor. „Van de 35 scholen die zich inschreven voor deze verkiezing, waren er zo’n 20 christelijk of reformatorisch. Logisch dus dat er verhoudingsgewijs veel van deze leerlingen in de finale belanden.” Hij durft het niet aan om te stellen dat in reformatorische kring het ondernemerschap meer in het bloed zou zitten. „Daar zouden we eens onderzoek naar moeten doen.”

Inzet

Ko Paardekooper en Marcel Zandee, docenten handel en administratie aan het Calvijn College in Middelburg en Goes, begeleidden de leerlingen die eerste en tweede werden. Ook zij vinden het lastig om een antwoord te vinden op de vraag waarom juist hun school het zo goed doet ten opzichte van andere (seculiere) scholen. Paardekooper: „De teams hebben veel inzet getoond. Dat kenmerkt onze leerlingen. Maar of dat het hele antwoord is, weet ik niet.”

Zandee: „Laatst hoorde ik bij een bedrijf dat ze graag oud-leerlingen van het Calvijn College aannemen vanwege hun betrouwbaarheid en fatsoen. Dat zijn waarden die we proberen mee te geven.”

Ook tijdens dit project mocht het immateriële aspect niet ontbreken. „Daarom hebben we de leerlingen vanmorgen nog voorgehouden dat ze niet alleen aan hun eigen prestaties moesten denken. Ze hebben de gezondheid en de kracht van God gekregen. We hopen dat ze daar op het podium aan gedacht hebben.”

Zie Puntuit voor een artikel over het winnende team.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer