Confessionele Vereniging in PKN jubileert: „Voetvolk van de confessie”
De Confessionele Vereniging (CV) in de Protestantse Kerk in Nederland viert haar 150e verjaardag. Op gepaste wijze, met de presentatie van een jubileumboek. Ds. Barend H. Weegink: „Het is bij ons meer de toon van standvastigheid en bescheidenheid dan van scherpe confrontatie. Wij willen graag het cement zijn van de kerk, in de trant van: kom erbij en doe mee. Noem ons het voetvolk van de confessie.”
Ds. Weegink is er de man niet naar om barricaden te beklimmen of vurige pamfletten te schrijven, al is zijn mening geen geheim. Wat dat betreft is hij de belichaming van wat een confessioneel mens in de Protestantse Kerk wil zijn. Liever schrijft hij mooie zinnen, rijgt hij woorden aan elkaar tot een ketting die gelezen móét worden. Zinnen die hij rustig, bijna zacht, uitspreekt maar die als pijlen in de roos van het dartbord blijven natrillen. „De volkskerk is net een pruimenboom. Iedereen schudt eraan en wil ervan eten.”
Maar naar een goede definitie van een confessioneel mens moet zelfs hij zoeken. „We hebben als Confessionele Vereniging een degelijk imago. We vormen geen opgepompte, activistische organisatie die iedere avond aanschuift bij een praatprogramma. De eeuwigheid is niet de hijgerigheid. We willen dienstbaar zijn aan de kerk, we lijden desnoods aan de kerk. We staan voor de christelijke belijdenis. Het gaat ergens over. Dat hebben we van Petrus. Maar in de uitwerking lijken we meer op zijn broer Andreas, de aanreiker en de verbindingsman. Rustig, hartelijk. Niet zo opvallend, wel belangrijk.”
De hervormde predikant uit Katwijk werd in 2008 benoemd tot algemeen secretaris van de door de CV opgerichte stichting Schrift en Belijden. „We hadden de idee dat we de Confessionele Vereniging langzaam moesten proberen om te vormen tot een beweging. Niet meer zo statisch als een vereniging met leden. Dat ledental haalt de 2500 niet, schat ik. Terwijl het brede confessionele midden, zoals dat genoemd wordt, met 30 procent van de bijna 2 miljoen kerkleden nu de grootste stroming is. Daar moet je op inspelen.”
Ds. Weegink glimlacht een beetje als hij de bezwaren verwoordt die er destijds tegen de plannen van Schrift en Belijden werden ingebracht. „Er waren er die ons vroegen: Gaan jullie een organisatie worden zoals de Gereformeerde Bond? Dat was niet het doel. We wilden de zaak wat toekomstbestendiger maken. Een stoot geven aan de vitaliteit. Ervoor zorgen dat het confessionele gedachtegoed onder de aandacht komt van mensen die zoeken naar geloof en zingeving. Je moet hen zien te winnen voor de kerk.”
De functie, waarvoor ds. Weegink voor een periode van vier jaar werd benoemd, kostte de Confessionele Vereniging een kleine 40.000 euro per jaar. „In Katwijk in mijn wijk moest gedeeltelijk een andere predikant komen. Het geld moest worden opgebracht door gemeenten die er financieel ook allemaal niet zo florissant voorstaan. Zo nuchter moet je zijn. We hebben daarom in 2012 gezegd: we zetten de proef niet voort. De stichting Schrift en Belijden bestaat overigens nog steeds en ik ben daar bestuurslid van. In het landelijk confessionele werk doe ik nog dagelijks mee, no hard feelings.
We brengen bijvoorbeeld een eigen dagboek uit onder de titel ”Immanuël”. Daarnaast verschijnt nu het derde boekje van de serie ”Geloven op goede gronden” voor vorming en toerusting. Er is de prekenserie ”Stemmen uit Jeruzalem”, die we nu samen met de confessioneel gereformeerden gaan uitbrengen onder de nieuwe titel ”Stemmen uit de Schrift”. Bijna 500 abonnees, een unicum. En ik noem de Beschikbaarheidskalender, waarop de dominees zich plaatsen en de preekregelaars een voorganger voor de zondag zoeken. Er is de kinderdienstmethode ”Vertel het maar”. We hebben dr. Edward van ’t Slot als aankomend hoogleraar in Groningen. Genoeg wat goed loopt.”
Eigenlijk was het de bedoeling de viering van het 150-jarig bestaan aan te grijpen om definitief de omslag te maken van Confessionele Vereniging naar Confessionele Beweging. „Maar allerlei zaken hebben ervoor gezorgd dat we die omslag minimaal vijf jaar hebben uitgesteld. Ondertussen veranderen we nu de interne organisatie; er komen overzichtelijke taakgroepen. En de secretaris verzendt per kwartaal de digitale nieuwsbrief aan zo’n 1500 contactadressen. Ik zie jonge predikanten die zich als lid of sympathisant aansluiten.”
Ooit overwogen om bij dit jubileum de vereniging op te heffen?
„Laat ik vooropstellen dat de kerk na de kerkvereniging van 2004 flink opgeknapt is. Ik heb me sterk tegen de vorming van de Protestantse Kerk verzet. Maar ik ga die strijd tegen de kerk niet meer voeren. Daar is ze me te lief voor. En daarvoor zie ik in haar ook veel te veel goeds. De kerk is orthodoxer geworden. Er is oor voor het confessionele geluid. We hebben een prima scriba in de persoon van dr. Arjan Plaisier, om maar eens wat te noemen. Ook hij is een confessioneel die nog geen lid is van de vereniging. Maar opheffen? Er is zaai- en pootgoed voorhanden.”
Hij kijkt peinzend naar buiten, alsof hij die stap nóg eens overdenkt. „We hebben nu met de Confessionele Vereniging, de Gereformeerde Bond, het Confessioneel Gereformeerd Beraad en het Evangelisch Werkverband vier modaliteitorganisaties die toch allemaal hetzelfde fundament kennen. De samenwerking is goed. En we beseffen dat we als organisaties de verschillende bloedgroepen in de Protestantse Kerk kunnen bedienen. Natuurlijk is er onderling verschil, maar we hebben elkaar hard nodig op het gure veld.”
Kunt u dat verschil benoemen?
„Met de Gereformeerde Bond? Dat wordt moeilijk en misschien ook wel gevaarlijk. De Bond heeft vanouds ook een kuyperiaanse stroming in de gelederen. Bondsgemeenten zijn geslotener, er is een strakkere liturgie, formulieropvatting en ambtsdragerkeus. Vanouds toch ook wat sterker gericht op de Nadere Reformatie. Wat meer aandacht voor het bevindelijke. Dat komt voort uit de gezelschappen.
De CV is opener, ruimer, we hebben meer onderlinge variatie. Heel veel zelfs. In confessionele gemeenten wordt gezongen uit de psalmberijming van 1773, uit de Hervormde Bundel, uit het Liedboek 1973 en inmiddels ook uit het Liedboek 2013. Hoeveel verschil wil je hebben? We lezen diverse vertalingen. Al zijn we hier in Katwijk inmiddels zo ver dat confessionelen en bonders allemaal uit de Herziene Statenvertaling lezen. Maar in bepaalde diensten gebruiken we ook de NBG, de NBV of Het Boek. Daar ben je confessioneel voor.”
Je zou bijna denken dat de Gereformeerde Bond de Confessionele Vereniging sluipenderwijs overneemt.
„De Bond opent zich ook. Dat zie je heel sterk sinds de vorming van de PKN. De liturgische verschillen tussen bondsgemeenten nemen toe. Er is natuurlijk ook een deel van de Gereformeerde Bond meegegaan in de Hersteld Hervormde Kerk.
Aan de andere kant is er binnen de Protestantse Kerk veel meer waardering voor allerlei bondsorganisaties. Dat was in de Hervormde Kerk ondenkbaar.
Maar het succes kan ook het begin van het einde zijn. Dat zeg ik niet zuur. Neem de SGP. Mede door een veranderd denken over de vrouw hebben ze nog nooit zo’n goede verkiezingsuitslag gehad als op 19 maart. Maar openheid is ook een risico. Succes geeft altijd een tegenbeweging.”
De kerk is opgeknapt, zegt u. Maar is het eigenlijk niet zo dat het orthodoxe geluid sterker wordt doordat de andere stemmen door de kerkverlating steeds zwakker worden?
„Absoluut. Er is de verdamping van de middenorthodoxie en de vrijzinnigheid. Maar het brede confessionele midden is anders dan de oude middenstroom. We zitten rechts ervan. Kijk eens naar de inhoud van de serie ”Geloven op goede gronden”. We hebben meer uit te leggen dan er bijvoorbeeld gebeurt in de Doornse Catechismus van de beweging Op Goed Gerucht. Er is de schat van de kerk. Het geloof richt zich op een gefundeerd Godsbesef, op historische heilsfeiten en op een door de Geest gestuurd geloofsgetuigenis. En naar de vrijzinnige kant gekeken: als God niet echt bestaat en er geen verzoening nodig is, waarom zou je dan nog bij de kerk blijven?
En laten we maar niet hoogmoedig zijn. Bonders en confessionelen kijken met holle ogen naar de teruggang en de leegloop. We lopen in Katwijk zo’n dertig à veertig jaar achter, maar de teruggang is er nu ook. Hoelang nog hebben we tien predikanten? Ik ben weleens jaloers op de grote steden van ons land waar ze weer wat uit de put klimmen. Waar ze dit hele proces al achter de rug hebben. Wij gaan nu het dal in.”
Dat klinkt niet opwekkend, bij een jubileumviering.
„We zijn goedsmoeds, hoor. Ondanks alles. Ik hou van de kerk, ben een echt kerkmens. Omdat we de kerk, die de gemeente en de enkeling overkapt, zo nodig hebben. Dat doet de kerk met haar organisatie, belijdenis, liturgie en traditie die ervoor zorgt dat haar leden in moeilijke en geesteloze tijden verder worden gedragen. Confessionelen letten en wijzen op die kerk. Vroeger deden ze dat nogal juridisch. Vandaag meer irenisch, vanuit het hart.”
Hoe houdt de Confessionele Vereniging het in de toekomst vol?
„Confessionelen zijn christrocentrisch. Ze staan voor het belijden. Noem het de bekisting van het geloofsdepot die we nodig hebben als waarborg tegen een vaag religieus gevoel. Het medicijn voor onze kerk is de terugkeer naar Christus. In Hem zijn we taai in de hoop. En gaan we zeven keer kijken of we al een klein wolkje uit zee zien komen opzetten. Niet groter dan een handpalm. Bang zijn we voor kerkafbraak en geloofsverdamping. En toch zetten we in vertrouwen de teller op: wij zijn met meer dan zij. Als je horizontaal zorgen hebt, moet je verticaal gaan kijken.”
Barend Weegink
Ds. Barend H. Weegink (62) werd geboren in het Overijsselse Hengelo.
Na de middelbare school en verblijf op het internaat Nieuw Ruimzicht in Doorn studeerde hij theologie aan de universiteit in Utrecht.
In 1976 werd hij bevestigd tot hervormd predikant in Beerzerveld.
Daarna stond hij in Heerde (1982) en Steenwijk (1988).
Sinds 1993 is hij verbonden aan de hervormde gemeente te Katwijk aan Zee.
In 1998 deed ds. Weegink doctoraal examen. Naast zijn predikantschap in hervormd Katwijk en zijn taken voor de confessionele beweging en een reisorganisatie verricht hij promotieonderzoek.
De predikant schrijft daarnaast voor diverse periodieken.
In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een bepaalde gebeurtenis of ontwikkeling in de breedte van het kerkelijk leven. Vandaag: ds. B. H. Weegink. De Katwijkse predikant was algemeen secretaris van de stichting Schrift en Belijden, uitgaande van de Confessionele Vereniging (in de PKN).
Lees meer in Digibron
„Tradities staan de eenheid van kerken in de weg” - landelijke conferentie van de Confessionele Vereniging 2013 (Reformatorisch Dagblad, 18-04-2013)
Tegenwind voor 125-jarig blad HW Confessioneel (Reformatorisch Dagblad, 17-01-2013)
Dr. Van Veluw nieuwe voorzitter Conf. Vereniging (Reformatorisch Dagblad, 25-10-2010)
Ds. Weegink algemeen secretaris CV (Reformatorisch Dagblad, 03-09-2008)
CV richt stichting Schrift en Belijdenis op (Reformatorisch Dagblad, 12-02-2008)
CV-voormannen ooit met VPN tegen ‘Rome’ : Jubileumboekje over 140 jaar oude Confessionele Vereniging (Protestants Nederland, 01-08-2005)
“We hebben een duidelijker profiel nodig” : Ds. L. den Breejen neemt voorzittershamer binnen Confessionele Vereniging over (Reformatorisch Dagblad, 06-05-2003)
Confessionelen gaan voor kerkvereniging : Hoofdbestuur CV licht SoW-standpunt toe in verklaring tijdens ledenvergadering (Reformatorisch Dagblad, 07-10-2002)
Confessionele inbreng bij kerkvereniging (De Waarheidsvriend, 12-11-1998)
Confessionele keus voor ‘Samen op weg’ : Ondanks vragen, bezwaren en gevaren (Reformatorisch Dagblad, 21-04-1981)
Wat is het verschil? : De Gereformeerde Bond en de Confessionele Vereniging (De Waarheidsvriend, 09-02-1978)
Wat is en wat wil de Confessionele Vereniging? (Reformatorisch Dagblad, 21-07-1973)
Wat is confessioneel? (Gereformeerd Weekblad, 16-04-1949)