Vlinder- en bijenidylle ontstaat bij Ottolandse Schaapskooi
OTTOLAND. Rond de Schaapskooi Ottoland komt de komende jaren een oase voor vlinders en bijen. „Er wordt al veel voor die dieren gedaan, maar zeker op het platteland is er nog veel werk te verzetten”, aldus initiatiefneemster Esther Dijkstra (43). Extra bloemen, struiken en bomen moeten soelaas bieden.
De inwoonster van Ottoland, zelf hobby-imker, hoorde dat de Vlinderstichting en de Nederlandse Bijenhouders Vereniging geld kregen voor het aanleggen van plekken die aantrekkelijk zijn voor vlinders, bijen en mensen, zogeheten idylles. Aanleiding voor de lancering van dat project is het gebrek aan nectar en stuifmeel, een oorzaak voor de afname van het aantal vlinders en bijen. „Vooral de honingbij krijgt de laatste tijd veel belangstelling, maar er zijn wel 350 bijensoorten”, aldus Dijkstra. „Gelukkig was er afgelopen winter minder sterfte, maar er moet nog heel wat gebeuren om het tij te keren.”
Vandaar dat ze aan de slag ging om ook in Ottoland een idylle te realiseren. „Huug Hagoort, van de Schaapskooi Ottoland, was direct enthousiast. Hij had een oude akker die ik mocht inzaaien.”
Dijkstra maakt gebruik van een bestaand wandelpad dat via allerlei bruggetjes verschillende weilanden doorkruist. Zo ontstaat er een wandelroute van 2,5 kilometer, met halverwege een bord met informatie voor wandelaars.
Voor vlinders en bijen wordt het gebied rond het pad aantrekkelijk gemaakt door grasland in te zaaien met inheemse bloemen, en te zorgen voor slootkanten waar kattenstaarten, het harige wilgenroosje en dotterbloemen welig tieren. Struiken en een insectenhotel completeren de idylle.
Projectleider Kars Veling van de Vlinderstichting gaf vorige week het startsein voor de aanleg van de idylle door met vrijwilligers en leerlingen van de plaatselijke Eben-Haëzerschool de eerste planten en struiken te planten. Dijkstra: „Zo leuk: een paar meisjes kwamen een paar dagen later met een roeibootje langs om de plantjes water geven die ze kort daarvoor zelf in de grond hadden gezet.” Dijkstra is enthousiast over de adviezen en hulp die ze krijgt. „Het slootbeheer moet bijvoorbeeld nog anders. Een boer mag voortaan de bagger niet zomaar op de kant gooien. Die moet worden afgevoerd. Vrijwilligers willen daarbij helpen.”
Het project slaat aan, constateert de Ottolandse. „En dat is mooi. Dit is een pilotproject. Als dit een succes wordt, kunnen we dit op meer plaatsen in de Alblasserwaard uitvoeren. Dan krijgt deze idylle een voorbeeldfunctie voor het hele veenweidegebied. ”
Dat is hard nodig, vindt de Ottolandse. „Zodra de boeren in mei gaan maaien –en dat geldt ook voor de bermen– zijn bijen en vlinders hun voeding kwijt. Vergroting van de biodiversiteit is hard nodig. We moeten laten zien dat we zuinig zijn op de natuur. Er is al veel verloren gegaan. Wat je kwijtraakt, krijg je niet zomaar terug.”