Peter Eilander zet punt achter 25 jaar Psalmzangdagen
Na 25 jaar zet organist Peter Eilander (56) zaterdag in Kampen een punt achter wat hem na aan het hart lag: de jaarlijkse Psalmzangdag.
Het begon in 1989. Eilander: „Het was de tijd van de Liedboekdagen en Klaas Bolt begon met zijn Kerklieddagen. Als vrienden riepen Jan van ’t Hul, Hans van der Maten en ik elkaar eens toe dat het hoog tijd werd voor een ”helenotendag”. Ook de hervormde predikant ds. R. van Kooten was enthousiast.”
De eerste keer, in oktober 1989, zaten er 800 mensen in de Bovenkerk in Kampen. Ds. Van Kooten verzorgde de meditaties, Eilander begeleidde op het Hinszorgel.
De Psalmzangdag sloeg aan. Op het hoogtepunt, de tiende keer in Kampen, waren er 1800 bezoekers. In 2005 stelde Eilander echter vast dat het concept over z’n hoogtepunt heen was. Ook beëindigde ds. Van Kooten zijn medewerking. Het doek viel voor de Psalmzangdag. Maar niet voor lang. Al in 2007 zorgden Johan van Arnhem en Harm Beens dat er een doorstart kwam. Nu met verschillende predikanten uit diverse kerkverbanden.
„Schoorvoetend” deed Eilander weer mee. „Op zich was en ben ik blij met de doorstart. Het was ook weer een succes. Maar het was na zeventien jaar moeilijk om afscheid te nemen van ds. Van Kooten en van organisator Dirk van Voorthuijsen. Er was een sterke band onderling, en dan valt het niet mee.”
Na zaterdag speelde Eilander in totaal 26 keer. Kampen fungeerde als een uitvalsbasis; daar kwamen ook altijd de meeste bezoekers. Maar de Psalmzangdag kwam ook in Delft, Zwolle, Dordrecht, Rotterdam, Haarlem en Katwijk aan Zee. Eén keer werd er op verzoek in Kampen een extra ‘kerstversie’ georganiseerd.
Nu is het zaterdag echt de laatste keer. Waarom?
„Het is nu een goed moment om te stoppen als vaste organist. Het was ontzettend mooi en een jaarlijks hoogtepunt. Met zo veel mensen over kerkmuren heenkijken, dat is steeds weer een bijzondere ervaring. Ik heb de Psalmzangdag echt als een geschenk van God ervaren. Ik heb het nu ook weer teruggegeven in Zijn handen. Dat is best een strijd geweest. Maar ik merkte dat ik er steeds meer tegen op ging zien. Het werd meer en meer fysiek een slijtageslag. Daarbij komt dat er steeds vaker psalmen terugkomen die al eens gezongen zijn. Wat ga je dan weer doen? Wat ook meespeelt, is dat ik het publiek heb zien veranderen na de doorstart. Predikanten nemen toch hun eigen achterban mee. Dat zag je ook aan de bezoekersaantallen. Bij een predikant van de Gereformeerde Gemeenten komen er beduidend meer dan wanneer een christelijke gereformeerde predikant of hersteld hervormde predikant de meditaties verzorgt. Wat dat betreft heb ik mijn zorgen over de hervormd-gereformeerde kring, waar ik zelf in sta. Het lijkt erop dat die afscheid heeft genomen van het isoritmisch psalmzingen.”
Wat was, terugkijkend, de mooiste ‘aflevering’?
„De eerste misschien? Daar leef je zo intens naartoe. De spanning: komen er wel mensen? En dan 800 de eerste keer. En toen Psalm 122 aan het begin: onuitwisbaar. Maar ook de tiende keer met 1800 mensen in de Bovenkerk. Of de eerste keer in Rotterdam, in 1991. Mijn schoonvader was op dat moment ernstig ziek. Ik speelde alsof zijn foto op de lessenaar stond. Dat hoor ik nog als ik de cd terugluister. De klacht in het voorspel van Psalm 79, waarbij ik Liszts ”Weinen, klagen” als voorbeeld had. Of Psalm 77: „Zou God Zijn genâ vergeten?” Toen pa in mei dat jaar overleed, hebben we het ervaren: „D’ Allerhoogste maakt het goed, na het zure geeft Hij ’t zoet.” Pa mocht het zoete gaan smaken, voor eeuwig.”
Inmiddels zijn er legio psalmzangmiddagen en -avonden. Hoe kijkt u daar tegenaan?
„Ach, er wordt wel gezegd dat de beste reclame is als je vaak gekopieerd wordt. Inderdaad, het is veelvuldig nageaapt. Maar wat geeft dat? Het is heerlijk als de lof des Heeren wordt uitgezongen. Ik weet ook niet of de Psalmzangdag daaronder te lijden heeft gehad. Maar, eerlijk is eerlijk: ook dat heeft meegewogen in mijn besluit. Het is er al zo veel. Toen wij begonnen, was de Psalmzangdag een fenomeen, een gebeuren. We hebben al die jaren wel geprobeerd er een eigen kleur aan te geven. Gedegen meditaties door de predikanten, waar ik dan op inhaakte. Daarbij wilde ik ook gedegen te werk gaan. Bijvoorbeeld door soms eens iets van andere componisten te spelen. Maar dat had wel z’n beperking. Als ik iets van Schuurman of Cor Kee pakte, werd dat niet echt gewaardeerd. In onze gezindte moet het blijkbaar herkenbaar blijven.”
Gaat u zaterdag iets bijzonders doen?
„Drie psalmen heb ik zelf uitgezocht. Het is ook op mijn verzoek dat ds. M. Goudriaan uit Veenendaal de leiding heeft. Voor de voorspelen sluit ik me deze week nog een paar keer op in de Eben-Haëzerkerk in Apeldoorn, waar ik ’s zondags begeleid. Helemaal aan het begin speel ik zaterdag Psalm 100 van mijn leermeester Jan Bonefaas, waarna we die psalm zingen. We besluiten met Psalm 56:5: „Ik roem in God.” Dat is een mooie afsluiting.”
Gaat u de Psalmzangdag niet missen?
„Vast en zeker! Maar ik heb genoeg te doen: concerten, koren, het muziekonderwijscentrum in Holten. Ik hoop meer tijd te krijgen om dingen te gaan noteren en uit te geven. Schetsen die ik voor een Psalmzangdag maakte, zoals bij Psalm 56, 79 en 122. Er ligt een plan om op het label Con Passione van Marco den Toom een serie voorspelen op te zetten. Daar hoop ik nu aan toe te komen.”
Jarenlange saamhorigheid
Eilander stopt, maar de Psalmzangdag gaat door. „Voor de achterban is het geen vraag of we doorgaan”, aldus Johan van Arnhem en Harm Beens, die de dag sinds 2007 organiseren. „Stoppen gaan we pas overwegen als er signalen komen dat men er genoeg van heeft.” De Psalmzangdag is uniek. „Psalmen en meditaties staan centraal, er is geen goed doel aan verbonden, er wordt niet-ritmisch uit 1773 gezongen, zonder bovenstem. De jarenlange saamhorigheid in deze context willen we graag voortzetten.” Over de nieuwe organist(en) willen ze nog niets kwijt. „Dat maken we zaterdag bekend. We gaan in ieder geval met wisselende organisten werken.”