VN–hof buigt zich over Amerikaanse doodvonnissen
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) is maandagochtend begonnen met de behandeling van de bodemprocedure in de zaak die Mexico tegen Washington heeft aangespannen over de terdoodveroordeling van ongeveer vijftig Mexicanen in de VS.
Volgens Mexico–Stad hebben de VS de Conventie van Wenen over consulaire bijstand geschonden. Die conventie bepaalt dat gearresteerde buitenlanders recht hebben op contact met hun ambassade of consulaat en op dat recht moeten worden gewezen.
Mexico won in februari reeds een kort geding tegen de VS waarbij de hoogste VN–rechters in het Haagse Vredespaleis bepaalden dat Washington executie van de drie „meest bedreigde" Mexicanen moest voorkomen.
De Mexicaanse delegatie wees tijdens de behandeling van het internationale kort geding op het geval van een Mexicaan die twaalf jaar in de VS vastzat zonder dat de Mexicaanse autoriteiten ervan wisten. De man had slechts lagere school als opleiding en bovendien een hersenbeschadiging. Pas toen Mexico het voor hem opnam en goede advocaten inhuurde, kreeg de man behoorlijke rechtsbijstand. Volgens Mexico kan consulaire bijstand voor Mexicanen in de VS „een kwestie van leven of dood" zijn.
De VS geven in veel gevallen toe dat ze de Weense conventie hebben geschonden. Meer dan excuses kunnen er dan echter niet vanaf. Daarmee neemt Mexico geen genoegen meer. De Mexicanen willen binnen de Amerikaanse procedure een regeling waardoor de rechten van de verdachte worden hersteld. Dat kan door hen opnieuw te berechten, maar dan met consulaire bijstand van Mexico.
De Mexicaanse diplomaat Juan Manuel Gómez Robledo benadrukte maandagochtend in zijn openingspleidooi dat de rechten van Mexico en van zijn burgers zijn geschonden. Hij eiste alsnog een eerlijk proces voor de onderdanen van zijn land. Hij onderstreepte het belang van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof voor de duizenden mensen die zich dagelijks op het grondgebied van een andere staat begeven.
De Amerikaanse advocate Sandra Babcock, die namens Mexico pleitte in de Groote Rechtzaal van het Vredespaleis, herinnerde eraan dat veel in de VS ter dood veroordeelde Mexicanen op het moment van arrestatie nog tieners waren.
Victor Manuel Uribe Avin_a, juridisch adviseur bij Buitenlandse Zaken in Mexico–Stad, vertelde de VN–rechters over zijn ervaringen als Mexicaans consul in Texas. Zo maakte hij mee dat een officiële tolk, die aan een Mexicaanse verdachte was toegewezen, amper in staat was tot het voeren van een eenvoudig gesprek in het Spaans. Ook wees Uribe op het geval van een Mexicaan die een bekentenis in het Engels tekende, in de veronderstelling dat het ging om een document in verband met zijn vrijlating.
De zittingen van het Internationaal Gerechtshof in deze zaak duren tot vrijdag.