Buitenland

Vlucht Saddam loopt uit op vernederende arrestatie

De vlucht van Saddam Hussein is ten einde. Zaterdagavond werd de voormalige Iraakse president door Amerikaanse soldaten gevangengenomen in een kelder bij een boerderij in de buurt van Tikrit. Na maanden van toenemende zorg over de aanslagen op Amerikaanse soldaten en weerstand in de VS tegen de aanwezigheid in Irak komt het nieuws voor de Amerikaanse regering als geroepen. Met Saddam is een belangrijke motor van het verzet tegen de Amerikaanse strijdkrachten weggenomen.

AP
15 December 2003 10:15Gewijzigd op 14 November 2020 00:48

Maandenlang is Saddam op de loop geweest voor de Amerikanen en de Britten, sinds zij zijn regime in het voorjaar na een korte aanvalsoorlog afzetten. De overtuiging dat Saddam in Irak was gebleven en zich schuilhield in of in de buurt van zijn thuisbasis Tikrit is juist gebleken. Tijdens de onderduikperiode verloor Saddam zijn zoons, Udai en Qusai. Zij werden eind juli door de Amerikanen doodgeschoten.

Op 17 maart van dit jaar gaf de Amerikaanse president George Bush Saddam te verstaan dat zijn leger Irak zou aanvallen als hij niet uit het land zou vertrekken. Saddam reageerde niet en de aanval begon in de nacht van 19 op 20 maart met een precisiebeschieting op Bagdad, die bedoeld was om de Iraakse leider bij voorbaat uit te schakelen. Dat lukte niet en spoedig daarop begon de grondaanval. Het werd al snel duidelijk dat de eerdere oorlogen die Saddam had gevoerd en de VN-sancties die Irak na de invasie van Koeweit in 1991 waren opgelegd het land hadden uitgeput. In plaats van de verwachte laatste heroïsche tegenstand te bieden, lieten de Iraakse soldaten hun tanks, geschut en zelfs uniformen bij nadering van de coalitietroepen op het slagveld achter.

Saddam bleef vanuit zijn schuilplaatsen echter tegen de Amerikanen ageren. De afgelopen maanden doken verscheidene aan hem toegeschreven bandopnamen op met oproepen aan de Irakezen om zich tegen de buitenlandse strijdkrachten te weer te stellen. Met het toenemen van de aanslagen groeide de vrees dat Saddam erin zou slagen de VS uit Irak te verjagen. Nu zal hij zich zeer waarschijnlijk voor zijn wrede bestuur moeten verantwoorden voor een tribunaal dat de Iraakse bestuursraad afgelopen week in het leven heeft geroepen.

Saddam werd in 1937 geboren in een arm boerengezin in de buurt van Tikrit. Hij maakte Irak in de jaren zeventig groot door de olierijkdom van het land te gebruiken voor bestrijding van het analfabetisme en het doorvoeren van sociale en economische hervormingen. Maar zijn beleid werd van het begin af aan gekenmerkt door geweld en achtervolgingswaanzin. Een jaar nadat hij in 1957 tot de verboden socialistische Ba’ath-partij was toegetreden, zat hij een halfjaar gevangen voor de moord op zijn zwager, een communist. In 1968 hielp Saddam mee aan de staatsgreep die de Ba’ath en diens leider Ahmad Hassan al-Bakr aan de macht bracht. Hij knapte vuile zaakjes op voor de nieuwe president, tot hij deze in 1979 afzette en zelf president werd. Hij begon zijn bewind met de executie van 22 hoge regeringsfunctionarissen, waarbij hij zelf plaats nam in het vuurpeloton. Onder zijn bewind gingen de zuiveringen door. Honderden Ba’ath-functionarissen werden terechtgesteld of verdwenen in de gevangenis.

Saddams dictatoriale bewind bracht stabiliteit in een land met een ontvlambare mix van sjiieten, soennieten, christenen, Koerden en regionale minderheden. De overheid bouwde grote woonkazernes voor haar werknemers en stuurde iedereen naar school, waardoor het analfabetisme in tien jaar tijd van 70 procent tot 30 procent omlaag werd gebracht. Het onderwijsbeleid droeg duidelijk het stempel van Saddam: wie niet kwam opdagen, kreeg een boete of gevangenisstraf.

Oppositie van de Koerden in het noorden en van de sjiieten (de grootste bevolkingsgroep) in het zuiden drukte Saddam meedogenloos de kop in. Met zijn gifgasaanvallen op de Koerden wekte hij in de hele wereld afschuw.

Uiteindelijk begonnen Saddams aspiraties om het Midden-Oosten naar zijn hand te zetten hem echter op te breken. Toen hij in 1980 het buurland Iran binnenviel, had hij gedacht de daar zojuist uitgeroepen Islamitische Republiek gemakkelijk te kunnen verslaan. In plaats daarvan volgde een acht jaar durende oorlog met meer dan 1 miljoen doden en gewonden aan beide kanten.

Uit deze eerste Golfoorlog kwam Irak verarmd te voorschijn. Maar de tweede zou het allemaal nog veel erger maken.

Sommige westerse landen zagen de door Irak begonnen strijd als een middel om de fanatieke mullahs in Iran onder de duim te houden. Maar toen zij hun oliebevoorrading bedreigd zagen, waren zij in 1990 unaniem in hun afwijzing van de Iraakse invasie van Koeweit. Zelfs Arabische militairen vochten mee in de strijdmacht die zij onder aanvoering van de VS naar de Golf stuurden om Irak uit Koeweit te verdrijven. Het Iraakse leger werd vernietigend verslagen en Irak was nog armer geworden.

En arm zou het blijven, want de wapenstilstand waarmee de strafexpeditie eindigde, bepaalde dat Irak geen olie meer mocht verkopen tot het al zijn massavernietingswapens had weggedaan. En het was aan de Verenigde Naties om te bepalen wanneer Irak aan deze voorwaarde zou hebben voldaan. Irak kreeg wapeninspecteurs op zijn dak en de bevolking kreeg het zwaar. Pas na enkele jaren werd met veel moeite een programma overeengekomen waarmee Irak wat olie mocht verkopen om voor de armsten voedsel en medicijnen te kunnen aanschaffen. Nu en dan kwam het tot confrontaties met de VS, waaraan soms wapens te pas kwamen.

Bij de laatste confrontatie met de VS maakte Saddam een misrekening. Door aarzelend in te stemmen met wapeninspecties van de Verenigde Naties dacht hij zijn vijanden verdeeld en op afstand te kunnen houden. Maar president George Bush, wiens vader na de Golfoorlog van 1991 was verweten dat hij Saddam had laten zitten, had zijn plan al getrokken en stelde op 17 maart zijn ultimatum.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer