De nieuwe machthebbers op de Krim hadden hen bevolen hun uitrusting achter te laten en te vertrekken. De Russische minister van Defensie Sergej Sjojgoe heeft echter laten weten dat de militairen onder begeleiding van de Russische militaire politie met hun eigen voertuigen en spullen naar de grens van de Krim met Oekraïne mogen gaan, meldde het Oekraïense persbureau Unian zaterdag.

De Russische regering formaliseerde afgelopen week de internationaal afgewezen hereniging van de Krim met Rusland. Het schiereiland herbergt al sinds de 18e eeuw de Russische Zwarte Zeevloot. Het werd in 1954 onder Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov bij Oekraïne ingedeeld. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 werd het schiereiland een autonoom deel van Oekraïne. De Russische marine bleef er. Een klein aantal marineschepen van de voormalige Sovjet-Unie werden aan de nieuwe Oekraïense marine toegewezen.

Zaterdag is de enige Oekraïense onderzeeër, de Saporosje, in een inham in het westen van de havenstad Sebastopol door de Russische marine overgenomen. De commandant van de onderzeeboten van de Zwarte Zeevloot, Anatoli Varotsjkin, heeft dat zaterdag bevestigd. Ongeveer de helft van 78 opvarenden zijn aan boord gebleven en horen nu bij de Russische marine. De andere helft heeft de duikboot verlaten. Donderdag bezetten Russische manschappen drie Oekraïense korvetten.