Buitenland

Zuid-Afrikanen „verbijsterd” over president

President Thabo Mbeki van Zuid-Afrika is soms een raadselachtig mens. Ook nu weer vragen mensenrechtenorganisaties en de media in Zuid-Afrika zich af aan welke kant hij eigenlijk staat, die van de democratie of die van de onderdrukking?

Van onze correspondent
12 December 2003 19:38Gewijzigd op 14 November 2020 00:48

Directe aanleiding is Mbeki’s besluit om de feestelijkheden bij te wonen rond de viering van 200 jaar onafhankelijkheid van een van ’s werelds armste en meest corrupte landen, Haïti. Dat eiland in de Caraïbische Zee -als onafhankelijke staat gesticht door vrije slaven- is overgeleverd aan geweld en onderdrukking door zijn president Jean-Bertrand Aristide. Nog onlangs werden vijftien mensen gedood en verdwenen honderden mensen achter de tralies toen zij op het eiland protesteerden tegen de dure feesten die Aristide op 1 januari wil houden.

Drie jaar geleden knechtte Aristide de pers. Tientallen journalisten vluchtten het land uit nadat hun meest prominente collega, Jean Dominique, wegens „landverraad” door Aristide werd terechtgesteld. Nog onlangs kwam het enige onafhankelijke radiostation letterlijk onder vuur te liggen, toen ’onbekenden’ vanuit een regeringsauto hun geweren op het radiogebouw leegschoten. De Franse organisatie Journalisten zonder Grenzen zegt dat Haïti op plaats 100 staat op de lijst van 160 landen waar geen persvrijheid (meer) bestaat. En Amnesty International bestempelt Haïti als een land waar buitensporig veel geweld wordt gebruikt om vreedzame demonstraties uiteen te jagen.

Voldoende redenen voor de Europese Unie om de feestelijkheden in Haïti te negeren en niet in te gaan op uitnodigingen om vertegenwoordigers naar het eiland te sturen. Maar president Thabo Mbeki denkt daar anders over. Hij gaat zelf, samen met zijn minister van Buitenlandse Zaken, naar het zwarte eiland om er op 1 januari prominent aanwezig te zijn. Prominent, want niet alleen reizen maar liefst 70 Zuid-Afrikaanse ambtenaren met hem mee, ook heeft Mbeki het marineschip ”Drakensberg” met 200 man aan boord naar Haïti gestuurd om hand- en spandiensten te verlenen bij de feestelijkheden en eventuele gewonden te behandelen in het volledig ingerichte ziekenhuis aan boord.

Verder schonk Mbeki 10 miljoen rand (ongeveer 1,3 miljoen euro) aan Haïti voor de financiering van het feest. Tussen haakjes staat in Pretoria’s verklaring aan de pers dat de ”Drakensberg” wellicht ook zou kunnen dienen als veilig onderkomen voor Mbeki, mocht er tegen die tijd nog geen einde zijn gekomen aan de massale gevechten op het eiland tussen politie en mensen die tegen het feest demonstreren.

De oppositie in het Zuid-Afrikaanse parlement liet weten „totaal verbijsterd” te zijn over de aanwezigheid van Mbeki en de ”Drakensberg”, én de gift van 10 miljoen rand aan een van de meest ondemocratische regimes ter wereld. „We begrijpen al niets van Mbeki’s voortdurende steun aan Mugabe van Zimbabwe, maar nu zijn we echt volslagen verbijsterd over z’n reis naar Haïti”, aldus een zegsman van de oppositie.

Een andere woordvoerder verklaarde dat het toch wel heel brutaal is om zoveel geld te besteden aan een dictatuur terwijl in eigen land honger en aids hoogtij vieren. Een prominente (zwarte) commentator zegt dat Thabo Mbeki ten aanzien van Zimbabwe en Haïti de verkeerde signalen afgeeft. „Hij zegt dat het in orde is als een zwarte leider zijn land met geweld onderdrukt, maar dat het een schande is als een blanke leider zoiets doet. Mbeki schaart zich aan de zijde van dictators als Mugabe en Aristide en verwacht dan dat de rijke landen geld schenken aan Nepad”, aldus deze invloedrijke commentator. Nepad is het plan, van de hand van Mbeki, om Afrika een democratische en economische „renaissance” te laten ondergaan.

Het Zuid-Afrikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in het licht van deze felle kritiek een verklaring laten uitgaan waarin het de redenen voor Mbeki’s bezoek aan Haïti probeert te verduidelijken. „Wij zien het als onze taak om de banden te versterken tussen zwart Afrika en lotgenoten in de verstrooiing (diaspora). Bovendien moeten het feest in Haïti en de aanwezigheid van de president daar worden beschouwd als deel van de vieringen in Zuid-Afrika van het feit dat wijzelf tien jaar geleden de democratie hier vestigden.”

De officiële woordvoerder van Mbeki, Mamoepa, maakte het volgens de oppositie en de media wel heel bont door te zeggen dat Zuid-Afrikanen, wat hem betreft, best een voorbeeld mogen nemen aan Haïti. Mamoepa: „Haïti is een voorbeeld van hoe een volk ondanks hindernissen de overwinning kan behalen. Bovendien zal de herdenking in Haïti andere Afrikaanse landen inspireren om hun maatschappelijke omstandigheden te veranderen”, voegde hij hier raadselachtig aan toe.

Een lid van de oppositie wilde niet al te streng oordelen. Hij zei mild: „Het is best te begrijpen dat Mbeki zich solidair voelt met andere zwarte landen waar mensen om hun vrijheid hebben gevochten. Maar die solidariteit mag niet zwaarder wegen dan ons eigenbelang. Onze problemen rond honger en aids moeten voorrang krijgen boven de wens van Mbeki om zijn ego internationaal te strelen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer