Turkije vraagt officieel om uitlevering PKK-kopstuk
Turkije heeft Nederland officieel om uitlevering gevraagd van PKK-kopstuk Nuriye Kespir. De Turkse justitie wil de Koerdische vrouw vervolgen voor het leiden van een criminele organisatie.
Dat heeft een woordvoerder van de Turkse ambassade in Den Haag dinsdag gezegd. Het ministerie van Justitie zegt het verzoek nog niet te hebben ontvangen.
Kespir maakt deel uit van de presidentiële raad van de Koerdische arbeiderspartij PKK. Deze organisatie voert al jaren een guerillastrijd in het oosten van Turkije. Hierbij zijn tienduizenden mensen om het leven gekomen.
In het najaar heeft Kespir in Nederland asiel aangevraagd, zo werd begin januari duidelijk. Ze zit vast in het grenshospitium. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft al aan haar advocaat laten weten van plan te zijn het asielverzoek af te wijzen.
Twee weken geleden vroeg Turkije Nederland al de vrouw na een afwijzing vast te houden in afwachting van een uitleveringsverzoek. Inmiddels heeft Turkije volgens de medewerker van de ambassade in Den Haag een officieel verzoek ingediend.
Daarin staat dat justitie in Turkije Kespir wil vervolgen voor deelname en leidinggeven aan een criminele organisatie. Hierop staat in Turkije maximaal vijftien jaar gevangenisstraf.
Hoewel Turkije de PKK als een terroristische organisatie beschouwt, wordt dit haar niet tenlastegelegd. Op deelname aan een terroristische groepering staat in Turkije nog steeds de doodstraf. Nederland kan dan niet uitleveren. Nederland heeft de PKK, in tegenstelling tot Turkije en Duitsland, niet verboden.