Gaat meer welvaart samen met minder geloof?
WASHINGTON. Burgers in rijke landen zien geloof minder vaak als cruciaal voor moreel handelen dan burgers in armere landen, blijkt uit een donderdag verschenen studie van het Pew Research Center. Nederlandse wetenschappers zijn echter sceptisch over het gesuggereerde verband.
Het Amerikaanse onderzoeksbureau vroeg ruim 40.000 mensen uit veertig landen naar hun mening over geloof en moraliteit.
Met name in Afrika (75 procent) en het Midden-Oosten (70 procent) ziet het merendeel van de burgers geloof als cruciaal element voor moreel juist gedrag. In die laatste regio valt Israël op: daar vindt een meerderheid van de burgers geloof hiervoor juist niet essentieel. Ook in Noord-Amerika en Europa stelt een meerderheid van de burgers dat het best mogelijk is om zonder geloof integer te handelen.
In de negatieve samenhang die Pew suggereert tussen de omvang van de economie van een land en de mening van burgers over geloof en moraliteit, wijken met name de VS en China af van het geconstateerde patroon. Amerika telt als rijk land juist relatief veel burgers die het geloof als essentieel beschouwen voor moraliteit, terwijl in China als relatief arm land burgers juist weinig belang hechten aan de betekenis van het geloof voor moreel handelen.
SGP-Kamerlid Dijkgraaf, die als hoogleraar empirische economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam meermaals betrokken was bij onderzoeken naar dit type relaties, spreekt van „een interessante indicatie, die echter geen enkel bewijs levert voor een oorzakelijk verband.” Volgens hem liggen deze vraagstukken „methodologisch” erg lastig. „Relaties zijn vaak niet eenduidig. Zo vond ik in 2010 in een onderzoek een positieve relatie tussen geloof en economie voor landen met een hoog inkomen, terwijl die relatie juist weer negatief was voor landen met een laag inkomen.”
De crux is vaak „wat nu precies wat verklaart”, zegt Dijkgraaf. „Stel dat de Afrikaanse cultuur ertoe leidt dat mensen daar minder hard werken en ook meer naar de kerk gaan. Dan is de cultuur de veroorzaker van het lage inkomen, niet de religie. Zo zijn het wel vaker de culturele elementen die de relatie bepalen, maar blijven die, hoewel relevant, vaak ten onrechte achterwege.”
Ook Johan Graafland, hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University, plaatst vraagtekens bij de studie. „Met dit soort enquêtes maak je je heel erg afhankelijk van de karakteristieken van je populatie. Geredeneerd vanuit wat er in de Bijbel staat over rijkdom, zou je inderdaad een negatieve relatie verwachten tussen welvaart en religie. In zijn algemeenheid is dat verband er echter niet. Wel wordt vaak een positieve relatie gevonden tussen het christelijk geloof en het nationaal inkomen, terwijl voor het islamitisch geloof juist een negatief verband geldt. ”
De beste manier blijft volgens Dijkgraaf om de verschillen binnen een land te bekijken, niet tussen landen onderling. „Als wetenschappers waarschuwen wij dus eigenlijk voor dit soort onderzoek.”