’Irak-tribunaal biedt onvoldoende waarborgen’
Het tribunaal voor oorlogsmisdaden dat de Iraakse regeringsraad wil oprichten, biedt onvoldoende waarborgen voor een eerlijke en geloofwaardigde rechtsgang. De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) schrijft dat in een donderdag in New York uitgegeven verklaring.
In principe verwelkomt Human Rights Watch de oprichting van een Irak-tribunaal voor de berechting van oorlogsmisdaden, genocide en misdaden tegen de mensheid. Zij heeft sinds 1992 tonnen documenten geanalyseerd over mensenrechtenschendingen in Irak. In 1994 en 1995 probeerde zij vergeefs een land te vinden dat het bewind van Saddam Hussein voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag zou dagen wegens genocide op de Koerden.
De mensenrechtenorganisatie vreest dat de woensdag aangenomen tribunaal-wet van de Iraakse regeringsraad veroordelingen bij verstek en het opleggen van de doodstraf niet uitsluit. Ook vraagt zij zich af of Iraakse aanklagers en onderzoeksrechters de zaken waarbij het om complexe internationale misdrijven zal gaan wel aankunnen.
„Tot nu toe hebben de meest complexe rechtszaken in Irak niet langer geduurd dan enkele dagen”, aldus Richard Dicker, HRW-specialist voor internationaal strafrecht. Processen voor het soort misdrijven waarover het Irak-tribunaal zich zal moeten buigen, duren voor het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag soms jaren.
Volgens Dicker zou de Iraakse tribunaal-wet moeten voorzien „in internationale rechters met ervaring in de berechting van ernstige schendingen van de mensenrechten, in één strafkamer naast Iraki’s. Dit zou Iraakse rechters bijstaan (en niet vervangen)” bij de berechting van „verschrikkelijke misdaden”.