Bij de Vietnamees-Franse Thi-Nho Vo werd in 1991 bij vergissing een abortus uitgevoerd. Vo, die geen Frans sprak, was voor een routineonderzoek naar haar vrucht van zes maanden in het ziekenhuis. De gynaecoloog verwarde haar met een andere Vietnamese vrouw, die haar spiraaltje wilde laten verwijderen. Daarbij beschadigde hij echter de vruchtvliezen van Vo, waardoor een abortus noodzakelijk werd.

De gynaecoloog, François Golfier, werd succesvol aangeklaagd wegens onvrijwillige doodslag. Maar het Hof van Cassatie, het hoogste rechtscollege in Frankrijk, draaide die veroordeling in 1999 weer terug. De foetus zou immers geen menselijk wezen zijn dat wettelijke bescherming verdient.

Het EHRM (dat niet valt onder de Europese Unie, maar onder de Raad van Europa, waarin 45 Europese landen samenwerken) kan geen vonnis van nationale gerechtshoven herzien. Het ziet er alleen op toe of de lidstaten de mensenrechten naleven. De klacht van mevrouw Vo luidt nu dat het Franse rechtssysteem het recht op leven niet voldoende beschermt.

Vo’s advocaat, Bruno Le Griel, zei tegen de BBC dat hij hoopte dat het hof zou bevestigen dat „elk menselijk leven begint bij de bevruchting.”

De voorstanders van abortus vinden dat het Franse Hof van Cassatie gelijk had. Als het Europees hof de klacht zou toewijzen, kan dit grote gevolgen hebben, omdat de meeste lidstaten pas rechten verlenen aan kinderen die al geboren zijn. „Wat met haar (Vo, red.) gebeurde, was heel verdrietig, maar je kunt geen recht maken op basis van verdrietige zaken”, aldus Anne Weyman van de Family Planning Association woensdag tijdens de hoorzitting.

Uitspraken van het Europees hof zijn niet dwingend voor de lidstaten, maar hebben wel veel invloed. Het hof heeft in het verleden nooit een uitspraak willen doen over abortus, vanwege de politieke gevoeligheid.

Een woordvoerder van het hof zei woensdag dat een beslissing over de ontvankelijkheid op zijn vroegst half januari zal plaatshebben. Daarna wordt de inhoud pas bekeken.