Binnenland
Meer meisjes ontdekken techniek

Meisjes kiezen steeds vaker voor een technische studie. In het hbo is een stijging van 20 procent te zien en ook op de universiteiten zijn bètastudies populairder dan ooit.

Gerard ten Voorde en Johannes Visscher
Jorien van Ginkel. beeld Van Ginkel
Jorien van Ginkel. beeld Van Ginkel

Vier studentes uit christelijke kring over hun technische studie.


Hard knokken

Janine Sinke (20), Krabbendijke, derdejaars Biomedische Technologie TU Eindhoven

„Technische studie, moeilijke keus? Nee. Of, nou... ja... Want eigenlijk wilde ik altijd graag geneeskunde studeren. Maar op het vwo vond ik exacte vakken juist het uitdagendst. Daarom heb ik beide elementen gecombineerd: biomedische technologie (BMT), wat mij betreft nog een zinvolle studie ook. Bij BMT leer je bijvoorbeeld de beelden van een MRI-scanner beter te verwerken, zodat artsen er meer informatie uit kunnen halen. Maar het kan ook zijn dat je modellen ontwikkelt om het zuurstofgehalte in de hersenen van een foetus bij de bevalling te bepalen. Of botontkalking bij vrouwen.

Ik dacht altijd dat techniek iets is voor zakenmensen die alleen maar geld willen verdienen. Maar dat is niet waar. Techniek is ook voor meisjes. Zij komen wel vaak bij een medische studie uit, denk ik.

Een uitdagende studie. Ik moet er hard voor knokken, maar dat vind ik juist leuk. Omdat het een brede studie is, kan ik straks bij veel bedrijven terecht. Ik kan ook altijd nog promoveren, bijvoorbeeld op het bloedvatenstelsel. Om hartinfarcten te voorkomen, moeten zwakke plekken eerder worden ontdekt.”


Molecuultje 

Magreet Timmer (19), Utrecht, derdejaars life science 
Hogeschool Utrecht

„Ik studeer life science: biologisch en medisch laboratoriumonderzoek. Ik wilde aanvankelijk chemie studeren. Scheikunde was mijn favoriete vak op de middelbare school. Maar chemie vind ik op de hogeschool wel heel abstract. Je weet in de praktijk eigenlijk niet waar je het over hebt. Aan de andere kant: ik blijf het leuk vinden om bezig te zijn met scheikundige processen. Hoe reageert het ene molecuultje op het andere molecuultje.

De praktische kant van life science spreekt me aan. Ik leer bijvoorbeeld over DNA; dat wordt gebruikt bij forensisch onderzoek. Zaken rond erfelijkheid trekken me sterk. Het diagnostische werk vind ik een minder leuke kant van mijn studie. Je moet bijvoorbeeld via een uitstrijkje bepalen welke bacteriën keelpijn veroorzaken. De conclusies zijn mij vaak te voor de hand liggend. Ik loop stage bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Ik doe onderzoek naar kanker. Mogelijk ga ik later in het lab werken. Misschien wordt het kankeronderzoek. Of hersenonderzoek. Maar een baan als bijvoorbeeld docent scheikunde is ook een optie.”


Weinig nachtrust

Andrea Dolfsma (19), Rijssen, tweedejaars bouwkunde

TU Eindhoven

„Ik was het leren beu, ik wilde graag iets praktisch doen. Daarom heb ik gekozen voor bouwkunde. Deze studie heeft drie richtingen: techniek, ontwerp en proces. Bouwkunde is een brede opleiding, met vakken als mechanica, bouwfysica, vastgoed, stedenbouw en architectuur.

Waarschijnlijk wil ik iets met architectuur gaan doen. Of met stedenbouw. Op de middelbare school vond ik architectuur al leuk. Het lijkt me geweldig om de wensen van een opdrachtgever te vertalen in een mooi gebouw. Met goede sfeer en doordachte lichtinval.

Ik heb nog even getwijfeld over biomedische technologie. Ja ja, totaal iets anders. Maar dat leek me ook leuk. Interesse in techniek zit niet in de familie. Nee, mijn familieleden doen van alles. Mijn ouders hebben me wel goed begeleid bij mijn studiekeus.

De werkdruk is erg hoog. Altijd deadlines, deadlines, deadlines. Maar daar staat bouwkunde om bekend, dat wist ik van tevoren. Soms werk je een nacht door en slaap je maar twee, drie uur. Tja, soms komt het creatief proces pas laat op gang. Of werken pc’s tegen.”


Slangetje 

Jorien van Ginkel (19), Maartensdijk, tweedejaars informatie, multimedia en management, VU Amsterdam

„Ik heb gekozen voor deze opleiding omdat ik op de middelbare school de exacte vakken het leukst vond en er in deze sector veel werkgelegenheid is. Mijn opleiding is voor een belangrijk deel praktisch van aard. Ik moet een soort van wiskundesommetjes oplossen en leer logisch redeneren.

Zo heb ik een programmeervak gehad. Ik heb een programma voor het spelletje Snake (Slang) geschreven. Daarbij moet een slangetje appeltjes opeten. Hoe meer appeltjes, hoe langer de slang. Als de slang tegen zichzelf aanbotst is het over.

Ik leer de basis van programmeertalen begrijpen. Het is niet zo dat ik die talen helemaal leer. Er zijn heel veel verschillende programmeertalen. Ik heb ook een vak gehad waarbij je leert een website te maken. Je moet dan de codes voor het maken van de site zo simpel en gestructureerd mogelijk maken.

Ik studeer in een mannenwereld. Ik ben een van de drie meisjes in een klas van dertig. Ik heb daar niet zo’n moeite mee. Misschien ga ik volgend jaar stage lopen bij bijvoorbeeld een bank.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer