Turkije onderzoekt oude corruptiezaken
Het Turkse parlement heeft besloten tot het starten van corruptieonderzoeken tegen oud-premier Mesut Yilmaz en vijf andere voormalige bewindslieden. Het parlement stelt commissies in die moeten onderzoeken of er voldoende gronden zijn om de voormalige bewindslieden aan te klagen voor het hooggerechtshof.
Yilmaz, die in 1999 premier was en vice-premier in de vorige Turkse regering van premier Bulent Ecevit, wordt ervan verdacht een zakenrelatie te hebben bevoordeeld bij de privatisering van een bank. Het schandaal leidde tot de val van zijn kabinet in 1999. In dezelfde zaak wordt ook Gunes Taner verdacht, een oud-minister van Economische Zaken onder Yilmaz.
De onderzoeken tegen voormalige vice-premier Husamettin Ozkan en oud-minister van Economische Zaken Recep Onal richten zich hoofdzakelijk op misstanden bij de Halk-Bank, een staatsbank die eind jaren negentig zo’n 18 miljard euro aan leningen verstrekte die later oninbaar bleken te zijn. Volgens de huidige regering is de crisis die dat veroorzaakte in het Turkse bankwezen een van de belangrijkste oorzaken voor de huidige economische malaise in het land.
Het parlement stemde verder voor onderzoeken naar de vroegere ministers van Energiezaken, Zeki Cakan en Cumhur Ersumer, wegens mogelijk gesjoemel bij aanbestedingsprocedures.
De regering van premier Recep Tayyip Erdogan heeft bij haar aantreden aangekondigd het bestrijden van corruptie als een van haar belangrijkste taken te zien. Veel commentatoren zetten echter vraagtekens bij de initiatieven voor onderzoeken naar leden van de vorige regering, die voor een deel politiek gemotiveerd zouden zijn.