Onrust in Likoed vanwege uitlatingen Olmert
De afgelopen dagen werd de knuppel in het hoenderhok van rechts Israël gegooid. Het voorwerp werd gehanteerd door een vooraanstaand politicus die zelf tot het rechtse kamp behoort. Het gekakel is nog niet verstomd en de hoogste baas van het land, premier Ariel Sharon, heeft zelfs een debat op regeringsniveau beloofd.
Tien jaar lang was Ehud Olmert burgemeester van Jeruzalem. Maar hij wisselde het burgemeesterschap in voor een positie in de landspolitiek. Hij werd in februari benoemd tot minister van Industrie, Handel en Arbeid. Bovendien kreeg hij de functie van vice-premier. Aan zijn woorden mag dus gewicht worden toegeschreven.
Hij zei in een interview met het populaire blad Yediot Ahronot afgelopen vrijdag dat Israël zich eenzijdig moet terugtrekken van de Westelijke Jordaanoever en uit de Gazastrook en nederzettingen moet ontruimen. Hij gelooft dat Israël snel het punt nadert waarop er zich meer Arabieren dan Joden bevinden in het gebied tussen de Jordaan en de Middellandse Zee. Israël moet volgens hem de grens zodanig trekken dat de bevolking van dat land uit 80 procent Joden en 20 procent Arabieren bestaat.
Tussen de Jordaan en de Middellandse Zee wonen 5,5 miljoen Joden en 4,8 miljoen Arabieren (3,5 miljoen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook en 1,3 miljoen Israëlische Arabieren binnen Israël zelf). De Arabische bevolking groeit aanmerkelijk sneller dan de Joodse, ondanks de immigratie van Joden in Israël.
Rechts sprak schande van de uitlatingen van de Likoed-bewindsman. De raad van Joodse nederzettingen in Judea, Samaria en de Gazastrook, Yesha, riep op tot het ontslag van Olmert. Effi Eitam, de leider van de Nationale Religieuze Partij, meende zelfs dat Olmert terrorisme beloont.
In Jeruzalem verschenen zondag posters van Olmert die een gele Jodenster stempelt op producten die Israël uitvoert. Hij werd voorgesteld als een nazi. De cartoon was eerder al gepubliceerd in het Israëlische dagblad The Jerusalem Post als advertentie van de Vrouwen in het Groen. De advertentie was bedoeld als protest tegen Olmerts toezegging aan de Europese Unie om aan te duiden of Israëlische producten zijn vervaardigd binnen de Groene Lijn dan wel op de Westelijke Jordaanoever of in de Gazastrook. Burgemeester Uri Lupolianski van Jeruzalem liet zijn gemeentewerkers de posters van de aanplakborden verwijderen.
Premier Sharon echter weigerde het interview van Olmert te veroordelen of goed te keuren. De premier heeft verschillende keren gezegd bereid te zijn „pijnlijke concessies” te willen doen aan de Palestijnen en hij heeft gezegd dat er een Palestijnse staat moet worden gesticht. Olmert is een vertrouweling van Sharon en het is onwaarschijnlijk dat hij zijn uitlatingen over een eenzijdige terugtrekking heeft gedaan zonder de goedkeuring van de premier.
Anderen waren vol lof over Olmerts uitlatingen. Minister Tommy Lapid (Shinoei) noemde de uitspraken van Olmert een moedige stap. Oppositieleider Shimon Peres zei dat Olmert kan rekenen op zijn steun als hij meent wat hij zegt. Likoed-bewindsvrouw Tzipi Livni zei dat het opgeven van een aantal gebieden en nederzettingen onvermijdelijk is.
Het dagblad Ha’aretz, dat kritisch is op het beleid van de regering-Sharon, schreef in een hoofdcommentaar: „Zesendertig jaar nadat een paar mensen met onderscheidingsvermogen de vloek begrepen die het vasthouden aan de gebieden met zich meebrengt, en tien jaar nadat een wezenlijk deel van het politieke centrum (de Arbeiderspartij) tot dezelfde conclusie kwam en die vertaalde in een reële politieke en diplomatieke stap (de Oslo-akkoorden), wordt Olmert wakker en waarschuwt voor het demografisch gevaar dat inherent is aan de voortzetting van de bezetting.”
Uit de uitspraken van Olmert blijkt volgens Ha’aretz dat er vooruitgang zit in de manier waarop Likoed-leiders denken. De krant meent dat het belangrijk is het debat over deze kwestie in de achterban van Likoed te beginnen.
Olmert zei twee week geleden in een interview al dat de regering-Sharon „eenzijdige stappen niet uitsluit.” Dat betekent dat als de routebeschrijving spaak loopt -en de verwachting van de regering is dat dat gebeurt, omdat de Palestijnse premier Achmed Qureia geen kans zal zien de Palestijnse terreurgroepen te beteugelen- Israël zelf stappen onderneemt conform eigen belang.
Olmert, en velen met hem, vreest dat Israël zijn Joodse en democratische karakter zal verliezen als Israël vasthoudt aan de gebieden die het in de oorlog van 1967 veroverde. De meerderheid van de bevolking zal straks namelijk niet-Joods zijn. Als Israël de Palestijnen geen stemrecht geeft, zal het land zijn democratisch karakter verliezen. Als het hun wel het stemrecht geeft, zal het land zijn karakter als Joodse staat verliezen. De Palestijnse meerderheid kan in de Knesset de wet op terugkeer veranderen en de immigratie van Palestijnse vluchtelingen mogelijk maken.
In oktober noemde de Amerikaanse historicus Tony Judt Israël al een verschijnsel dat uit de tijd is. Hij zei dat de staat vervangen moet worden door een land waarin de Palestijnen in de meerderheid zijn. Internationaal neemt, aldus Israëlische bronnen, de steun toe voor één staat voor beide volken (Israëliërs en Palestijnen). Deze binationale staat zou dan in de plaats moeten komen van twee staten: de Israëlische en de Palestijnse. Ook onder de Palestijnen zelf neemt de vraag naar een tweestatenoplossing af. Zij weten dat de tijd aan hun kant is. Straks zullen zij mogelijk dezelfde stemrechten eisen als de Israëliërs, en de door hen zo gehate staat wegstemmen. Olmert en andere politici willen dat voorkomen.