Buitenland

Gewelddadige protesten in Bosnië

SARAJEVO. Betogers tegen de regering in Bosnië en Herze­govina zijn vrijdag voor de derde dag op rij de straat opgegaan. Ze vochten met de oproerpolitie en staken overheidsgebouwen in brand. Het zijn de ernstigste onlusten sinds de burgeroorlog in de jaren 1992-1995 in het land.

Redactie buitenland
8 February 2014 10:16Gewijzigd op 15 November 2020 08:43
SARAJEVO. Betogers staken gisteren verschillende overheidsgebouwen in de Bosnische hoofdstad Sarajevo in de brand. beeld EPA
SARAJEVO. Betogers staken gisteren verschillende overheidsgebouwen in de Bosnische hoofdstad Sarajevo in de brand. beeld EPA

In de hoofdstad Sarajevo stond de binnenstad blauw van de rook en het traangas. De politie schoot met rubberkogels op enkele duizenden betogers. Onder meer een deel van het presidentieel kantoor werd in brand gestoken. Volgens een verslaggever van persbureau Reuters vernielden de demonstranten ruiten van het gebouw, waarna ze brand stichtten.

De demonstranten protesteren tegen de hoge werkloosheid, de welig tierende corruptie en het graaigedrag van de politieke elite. De demonstraties begonnen woensdag in de noordelijke stad Tuzla. Werknemers gingen daar de straat op omdat ze boos waren over de sluiting van fabrieken die door de staat waren verkocht.

Betogers staken vrijdag in Tuzla een gebouw van het lokale bestuur in brand. Sommige mensen in het pand sprongen door de ramen om aan de vlammen te ontkomen.

„Ik denk dat dit de Bosnische lente is. We hebben niets te verliezen. Steeds meer van onze mensen zullen de straat opgaan. Er zijn hier 550.000 werklozen”, zei een van de betogers.

„Ik heb het gevoel dat het weer 1992 is”, verwees Amira Sadi­kovic, een hoogleraar, naar de burgeroorlog, terwijl betogers een brandend overheidsgebouw bekogelden met stenen en flessen.

Eerder deze week gingen ook 
al in Sarajevo, Zenica, Mostar en Bihac duizenden mensen de straat op om hun solidariteit met de arbeiders in Tuzla te tonen. Betogers in Sarajevo bekogelden het gebouw van de lokale overheid met eieren. Bij schermutselingen met de politie vielen tientallen gewonden.

Vier voormalige staatsbedrijven in Tuzla, waaronder meubel- en wasmiddelenfabrieken, boden het grootste deel van de bevolking van de stad in betere tijden werk. Na de privatisering waren de nieuwe eigenaren verplicht in de bedrijven te investeren en ze winstgevend te maken. Maar ze verkochten de boedel, stopten met het betalen van lonen en vroegen tussen 2000 en 2008 faillissement aan.

Bstuurder Sead Causevic van de regio Tuzla zei op televisie dat de privatisering al rond was toen zijn bestuur aantrad. Hij zei dat de eisen van de arbeiders legitiem zijn en gaf rechtbanken de schuld, omdat de arbeiders jaren geleden al met hun grieven naar de rechter stapten, maar er nooit gehoor vonden.

Waarnemers stellen dat jaren van ergenis onder de bevolking nu tot een uitbarsting komen. Het land is etnisch verdeeld tussen Bosnische Kroaten en Bosnische Severiërs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer