Volgens het WMO lag de gemiddelde land- en oceaantemperatuur vorig jaar 0,5 graden Celsius hoger dan het langetermijngemiddelde van 14 graden. Het was voor de 28e keer op rij dat het kwik gemiddeld hoger dan die nullijn stond. Wel scoorde 2013 nipt lager dan 2005 en 2010, met zo’n 0,55 graden boven het gemiddelde de warmste jaren.

Het instituut stelt dat 13 van de 14 warmste jaren in de 21e eeuw zijn gelegen. Ook 1998 behoort tot de top van de ranglijst, als gevolg van het verwarmende El Niño-effect toen. In 2013 was die werking niet waar te nemen, de verkoelende La Niña-variant evenmin. De benamingen, ‘De Kleine Jongen’ of ‘Het Kleine Meisje’, zijn gerelateerd aan warmer dan wel kouder zeewater bij de evenaar. In 2012 was La Niña wel aanwezig en zelfs dat jaar staat nu nog net in de top 10.

„De wereldwijde temperatuur in 2013 komt overeen met de trend op de lange termijn. Gezien de recordhoeveelheid broeikasgassen in onze atmosfeer zullen temperaturen blijven stijgen”, zo schetste secretaris-generaal Michel Jarraud van het WMO nog maar eens de effecten van klimaatverandering.