VN: in januari meer dan 733 Irakezen gedood
BAGDAD (AP). In de maand januari zijn in Irak zeker 733 mensen bij geweld om het leven gekomen. Dat hebben de Verenigde Naties zaterdag bekendgemaakt. In de cijfers zijn de slachtoffers die vielen bij de onlusten in de westelijke provincie Anbar nog niet eens meegerekend.
Uit de cijfers blijkt dat 618 burgers zijn omgekomen en 115 leden van de veiligheidsdiensten. Over het aantal slachtoffers in Anbar is weinig bekend. Het is lastig om het aantal slachtoffers in de regio te controleren, aldus de VN. Omgekomen opstandelingen werden eveneens niet meegenomen in het eindcijfer. Volgens de VN zijn bij aanslagen de afgelopen maand naast de doden ook 1229 gewonden gevallen. Bagdad was de zwaarstgetroffen provincie. Daar vonden 297 mensen de dood en leipen 585 mensen verwondingen op.
De VN-missie in Irak, UNAMI, maakt zich grote zorgen over de strijd in Anbar tussen opstandelingen en de regering. Chef van UNAMI Nickolay Mladenov vreest voor het lot van de duizenden gezinnen die ontheemd zijn geraakt en anderen die vastzitten in de stad Fallujah, een van brandhaarden in Anbar. „Ze hebben geen water, voedsel, brandstof, medicijnen en anderen basisbenodigdheden”, aldus Mladenov.
Vorige week zei de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) dat inmiddels 140 duizend mensen de gebieden in Anbar waar gevochten wordt, zijn ontvlucht.