2006: het leger stuurt de gekozen maar omstreden premier Thaksin Shinawatra weg. Hij is de broer van de huidige premier Yingluck. Thaksin wordt veroordeeld voor corruptie en vlucht in 2008 naar het buitenland, waar hij nog steeds is.

2007: de pro-Thaksin partijen winnen verkiezingen. Pro-Thaksin-regeringen winnen al sinds 2001 alle verkiezingen. Thaksin is vooral op het platteland erg populair omdat hij de gezondheidszorg verbetert en de armoede bestrijdt. Zijn tegenstanders, vaak in het geel gehuld, beschuldigen hem, zijn familie en de kliek om hem heen van corruptie.

2008: in december breken massale anti-Thaksin-protesten uit die het hele jaar erop regelmatig opbloeien. Abhisit Vejjajiva is de nieuwe premier.

2010: in het voorjaar breken massale protesten uit van de aanhangers van Thaksin, die rode hemden dragen. Tientallen mensen verliezen het leven als het leger ingrijpt.

2011: Thaksin’s zus Yingluck wordt gekozen als premier.

2013: in november ontstaan nieuwe betogingen tegen de regering van Yingluck als een amnestiewet wordt aangenomen die het mogelijk maakt dat Thaksin terukeert zonder dat hij naar de cel moet. Haar tegenstanders verwijten haar dat de regering feitelijk geleid wordt door Thaksin. Ook beschuldigt de oppositie haar van corruptie. Zij weigert af te treden maar schrijft nieuwe verkiezingen uit.

2014: De protesten gaan door. De oppositie, aangevoerd door Suthep Thaugsuban, wil dat eerst het politieke systeem wordt hervormd om de invloed van Thaksin in te perken. Sinds 21 januari geldt de noodtoestand, voor 60 dagen. De belangrijkste oppositiepartij, de Democratische Partij, boycot de verkiezingen.