WhatsApp: snel, gratis en ongeremd
Weg met die geldverslindende en omslachtige sms’jes. Op naar het gratis chatprogramma WhatsApp. Of toch niet? Verhalen over jongeren die via WhatsApp worden gepest en buitengesloten doen steeds vaker de ronde.

Het nieuwe schooljaar begon geweldig: gezellige klas, interessante vakken, nieuwe uitdagingen. De sociale, vrolijke Judith (13) kwam elke middag met een grote glimlach thuis van de brugklas. Ze lag prima in de groep en had een hele rits nieuwe vriendinnen.
En toch begon er iets te knagen toen de weken verstreken. Er bleek namelijk ook een minder leuke kant aan het reformatorische schoolleven te zitten: WhatsApp.
Judith: „Op dit moment ben ik een van de weinigen die geen smartphone hebben. Ik word regelmatig uitgenodigd voor verjaardagen van klasgenoten waarbij iedereen op zijn WhatsApp zit te kijken en tegelijkertijd in de lach schiet om iets wat ze met elkaar delen. Ik zit dan maar op mijn stoel een beetje af te wachten tot iedereen zijn mobiel weer neerlegt.”
Ook in de klas heeft WhatsApp een grote invloed. Hoewel mobiele telefoons in de lessen beslist niet mogen worden gebruikt, komen Judiths klasgenoten regelmatig terug op wat ze eerder via WhatsApp met elkaar hebben uitgewisseld. „Grapjes en woordspelingen bijvoorbeeld, waar de hele klas dan om moet lachen. Meestal vraag ik waar ze het over hebben, maar ik krijg niet altijd antwoord. Of ze leggen het zo warrig uit dat ik nog niet weet wat er speelt.”
Judith doet een beetje achteloos over de invloed die het op haar heeft. „Het is zo niet meer gezellig op een verjaardag”, zegt ze. En: „Nee, ik voel me niet buitengesloten.” Pas na wat aandringen geeft ze toe dat het haar wel degelijk dwars zit. „Ik had op een gegeven moment het idee dat ze met elkaar afspraken via WhatsApp en dat ik daar niet van op de hoogte was. Dat maakte me onzeker.” Haar moeder vult aan: „Het gaat nu weer beter, maar het heeft haar echt heel hoog gezeten.”
Of Judith niet het liefst een smartphone zou willen kopen om het probleem te verhelpen? „Aan de ene kant wel. Dan kan ik meedoen met de groep en weet ik waar het over gaat. Aan de andere kant niet. Ik zou denk ik telkens willen kijken wie mij een berichtje stuurt, waardoor ik mijn huiswerk niet meer rustig kan maken.”
Incidentje
Judith is niet de enige die oog heeft voor de negatieve aspecten van WhatsApp. Een rondgang langs de zeven reformatorische scholen leert dat ongeveer de helft weleens te maken heeft gehad met leerlingen die werden buitengesloten of gepest via WhatsApp.
Er zijn ook scholen waar niets aan de hand lijkt te zijn. Zo zeggen de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem, de Pieter Zandt Scholengemeenschap in Kampen en het Calvijn College in Goes niet scherp op het netvlies te hebben in hoeverre misbruik van WhatsApp voorkomt en of het ook werkelijk een probleem is. „Een incidentje dat je gaat delen, kan al snel onbedoeld uitvergroot worden door de lezer”, aldus woordvoerder Peter Smit. „Cyberpesten komt heus wel voor, maar ik geloof niet dat je dat moet aan WhatsApp moet ophangen”, vindt docent Vos van de Pieter Zandt. „Dat gebeurt net zo goed via Facebook.”
Ook de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn geeft aan niet te weten of het WhatsApp-gebruik weleens tot problemen heeft geleid. Wel wordt het beleid rond mobiele telefoons binnenkort opnieuw tegen het licht gehouden, zegt woordvoerder Ineke van Asselt. „We zien de uitwassen in smartphonegebruik onder de leerlingen en willen graag een haalbaar beleid dat goed is voor de leerlingen en voor het leerproces.”
Uitsluiting
Concreter zijn de reacties van het Wartburg College in Rotterdam, het Driestar College in Gouda en het Van Lodenstein College in Kesteren. Alle drie de scholen erkennen de mooie kanten van WhatsApp, zoals het feit dat leerlingen snel en gratis onderling kunnen communiceren over afspraken binnen een fietsgroep, wijzigingen in het rooster en problemen rond huiswerk. De scholen signaleren echter ook dat er geregeld problemen zijn rond het chatgedrag van hun leerlingen.
Teammanager Dick Trouwborst van het Van Lodenstein College in Kesteren: „Leerlingen die geen smartphone hebben, kunnen zich behoorlijk alleen voelen omdat ze een deel van de communicatie missen die zich in hun klas afspeelt. En dat terwijl een puber er juist bij wil horen.”
Locatiedirecteur Richard Toes van het Wartburg College locatie Guido de Brès: „Het gevoel van uitsluiting groeit snel vanwege het feit dat steeds meer jongeren een smartphone hebben. Een kleine steekproef in onze tweede klassen van vmbo-gt en havo liet zien dat de smartphonedichtheid in een jaar is gegroeid van zo’n 25 procent naar een slordige 85 procent. Vrijwel elke klas heeft een groeps-WhatsApp, en de uitsluiting daarin is veel harder dan in het gewone leven. Het is immers veel makkelijker om iemand een digitale groep uit te gooien, of hem er niet in toe te laten, dan face to face de confrontatie aan te gaan.”
Pesten
Groepschats blijken niet alleen voor uitsluiting te zorgen, maar ook pesten in de hand te werken. Wim de Kloe, lid van het college van bestuur van het Driestar College: „Er worden heel wat ruzies via WhatsApp uitgevochten en allerlei ongewenste woorden dan wel afbeeldingen gebruikt om een en ander kracht bij te zetten. Doorgaans weten ouders daar niet heel veel van. Dit probleem speelt in alle leerjaren.”
Ook Trouwborst maakt zich zorgen over het WhatsApp-gebruik van zijn leerlingen, schreef hij onlangs aan de ouders van zijn havo- en vwo-leerlingen. „Wij merken dat er leerlingen zijn die honderden berichtjes per dag binnenkrijgen. Het stopt niet op zaterdagavond maar gaat ook op zondag door. Daarnaast krijgen we signalen binnen dat er gepest wordt via WhatsApp. Leerlingen voelen zich op WhatsApp minder geremd dan in het normale contact, terwijl digitaal juist alles bewaard wordt.”
Toes: „Wat leerlingen onderling tegen elkaar zeggen via WhatsApp is soms bepaald niet netjes. Dat is natuurlijk van alle tijden, en het gebeurde ook via sms. Maar omdat WhatsApp gratis is en op elk moment van de dag beschikbaar, is de intensiteit hoger. Het gebeurt 24 uur per dag, 7 dagen in de week.”
De locatiedirecteur van de Guido de Brès heeft een recent voorbeeld voorhanden. „Vorige week nog hebben we met verschillende leerlingen uit één klas om de tafel gezeten omdat ze elkaar uitsloten van de groepschat en elkaar niet de meest vriendelijke dingen toewensten. Gevolg: de sfeer in de klas is om te snijden. We hebben samen met de mentor en de vertrouwenspersoon besloten een brief naar de ouders van de bewuste leerlingen te sturen waarin we hen wijzen op hun verantwoordelijkheid als ouders om hun kind hierin te begeleiden en af en toe te controleren wat het via de sociale media verstuurt.”
Huiswerk
Behalve uitsluiting en pesten via WhatsApp constateren de geïnterviewden nog een ander probleem. Toes: „Doordat de meeste klassen een groeps-app hebben, gebeurt het soms dat een van de leerlingen huiswerk maakt en dat doorstuurt naar de anderen. Gevolg: in sommige klassen maken veel leerlingen hierdoor geen huiswerk meer, waardoor het leren moeizamer gaat en de cijfers omlaaggaan. Dit is een trend die ik met zorg aanzie.”
Trouwborst: „Bij ons was er onlangs een leerling die een foto maakte van een toets en deze verspreidde via WattsApp.”
Druk
Een oplossing voor het WhatsApp-probleem is moeilijk te vinden, denkt Judiths moeder. Hoewel ze het verschrikkelijk vindt om te zien hoe haar dochter worstelt met de smartphoneperikelen in haar klas, heeft ze de tiener moeten beloven het er niet met de schoolleiding over te hebben. „Het enige wat je kunt doen, is je kind ook zo’n telefoon geven. Raar dat de wereld zo in elkaar zit.”
Locatiedirecteur Toes wil juist voorkomen dat ouders zich gedwongen voelen hun kind een smartphone te geven. „Dat zorgt uiteraard alleen maar voor een versterking van het genoemde verschijnsel van uitsluiting, omdat sommige ouders hierin meegaan en anderen niet. Zo wordt de druk voor ouders die voet bij stuk houden nog groter.”
Judith maakt zich geen zorgen: „Als het nieuwe er af is, komen mijn klasgenoten er misschien achter dat het niet zo gezellig is als ze de hele tijd met WhatsApp bezig zijn”, hoopt ze.
Haar moeder betwijfelt dat echter. „Misschien zit de oplossing hierin dat we ouders bewuster kunnen maken van de gevolgen die het WhatsApp-gedrag van hun kind heeft voor anderen. Al besef ik dat dat gemakkelijker gezegd is dan gedaan.”
Medialessen
Bewustwording is ook wat de verschillende reformatorische scholen voorstaan. Niet alleen via een brief aan de ouders, zoals het Wartburg College en het Van Lodenstein College al deden. Locatiedirecteur Toes van de Guido de Brès wil nog een stapje verder gaan. „Ik pleit voor medialessen of een mediacoach op scholen.”
Het Van Lodenstein College in Kesteren heeft in de onderbouw van havo/vwo een media-educatiemiddag ingesteld waarop een gastspreker een bepaald thema belicht. Trouwborst: „In leerjaar 1 is dat het mobieltje. Vervolgens wordt in een mentorles het gesprek hierover voortgezet. Ook heeft een collega een project opgezet waarbij leerlingen leren zich niet te laten afleiden door sociale media maar die juist op een positieve manier in te zetten bij het maken van hun huiswerk.”
Hij beseft echter dat dat waarschijnlijk niet genoeg is. „Maar het gesprek over mediagebruik en daarmee WhatsApp moet in de eerste plaats thuis gevoerd worden. De school fungeert als verlengstuk van de opvoeding van de ouders en niet andersom.”
Judith heet in werkelijkheid anders.
Wat te doen?
Problemen rond WhatsApp-gebruik kunnen voorkomen worden als een school het heft in handen neemt bij het aanmaken van een WhatsApp-groep voor een klas, aldus Liesbeth Hop, deskundige op het gebied van jeugd en media. „Benut deze applicatie om met de klas te spreken over sociaal verantwoord gedrag op WhatsApp. Laat de leerlingen komen met een gedragscode voor deze WhatsApp-groep. Leerlingen die geen smartphone hebben, kunnen ook meedenken en aangeven wat hun dwars zit aan het WhatsApp-gedrag van hun klasgenoten. Zorg dat elke leerling die geen smartphone heeft, gekoppeld wordt aan een leerling die er wel een heeft en die de verantwoordelijkheid krijgt de ander op de hoogte te houden. Benut de WhatsApp-groep voor vragen over de lesstof, voor mededelingen over lesuitval of voor het maken van klassenafspraken.”
Of het niet veel makkelijker is elk kind een smartphone te geven? Steef de Bruijn, lector nieuwe media in vorming en onderwijs bij Driestar Educatief, denkt van niet. „De oorzaak van de uitsluiting kan een heel andere zijn dan het al dan niet beschikken over WhatsApp en dan lost die mobiel het probleem niet op. Bovendien: wanneer het uitgesloten kind een smartphone krijgt en daarna nog steeds buiten de WhatsApp-groepen wordt gesloten, zijn de gevolgen misschien nog groter.
Daar komt bij dat die smartphone ook heel andere mogelijkheden biedt die ouders moeten laten meewegen bij zo’n beslissing: toegang tot vaak ongefilterd internet, luisteren naar muziek en het uitwisselen van filmpjes. En helaas komt het versturen van naaktfoto’s en -filmpjes ook op reformatorische scholen regelmatig voor.”
Ouders en scholen kunnen wel een andere rol spelen in de aanpak van digitaal pesten. De Bruijn: „Ouders kunnen over het pesten spreken met hun kinderen. Zowel ouders als leerlingen moeten ervan doordrongen zijn dat pesten onacceptabel is en dat je een vent bent als je het voor de ander opneemt. Scholen kunnen de drempel om pesten te signaleren verlagen door bijvoorbeeld meer bekendheid te geven aan de vertrouwenspersoon, een meldpunt, klassengesprekken, de HighFive-app en antipestposters.”
Liesbeth Hop adviseert scholen deskundigheid in huis te halen in de vorm van mediacoachen,professionals op het gebied van mediaontwikkelingen. „Zij ontwikkelen activiteiten waardoor scholen leren omgaan met nieuwe technologieën.”
Ook raadt zij aan leerlingen vaker aan het woord te laten over hun kennis van sociale media en hen een schakel te laten zijn tussen pestslachtoffers en vertrouwenspersonen. „Vraag leerlingen verder ook hoe zíj het mediabeleid op school graag georganiseerd zien. Zij komen soms met verrassende suggesties.”
Uit het nieuws
Een leerlinge van het Edison College in Apeldoorn wordt begin deze maand mishandeld door een 13-jarig meisje. De mishandeling wordt gefilmd en via WhatsApp doorgestuurd naar honderden medeleerlingen. De dader moet in gesprek met de officier van justitie over een passende straf.
Een meisje uit Schiedam heeft deze maand op school haar ex-vriendje aangevallen met een schaar omdat hij naaktfoto’s van haar had verspreid via WhatsApp. De jongen raakte gewond aan zijn arm. Het meisje is opgepakt.
Het Noordhollands Dagblad meldde vorige week dat politie en jeugdhulpverleners in Den Helder zich ernstig zorgen maken om de plotselinge populariteit van ”sexting”, de trend om naaktfoto’s via Whatsapp te verspreiden. Sexting is een landelijk probleem. Doorgaans sturen de afgebeelde meisjes zelf hun foto’s in een vlaag van verliefdheid door aan hun vriendje, dat de beelden vervolgens razendsnel verspreidt onder andere jongens.
WhatsApp bestaat sinds 2009. De applicatie is een soort sms-dienst voor smartphones. Omdat WhatsApp via een internetabonnement werkt, hoeft de gebruiker niet apart voor de dienst te betalen.
WhatsApp biedt de mogelijkheid om zowel persoonlijke als groepsberichten te versturen. Ook is het mogelijk video’s, geluidsopnames en afbeeldingen te verzenden.
De onderneming liet deze week weten er sinds december vorig jaar maar liefst 30 miljoen nieuwe gebruikers te hebben bijgekregen. Het aantal wereldwijde gebruikers van deze applicatie komt daarmee op 430 miljoen.
Per dag worden er zo’n 50 miljard berichten via WhatsApp verstuurd, waaronder honderden miljoenen afbeeldingen.