Multinationals pakken aids aan
Negen grote internationale bedrijven met vestigingen in Afrika, waaronder Heineken, hebben woensdag aangekondigd hun programma’s ter bestrijding en preventie van HIV en aids op het continent uit te breiden.
Dat heeft de Global Business Coalition to Fight HIV/AIDS, waar de bedrijven toe behoren, bekendgemaakt.
Het mijnbouwbedrijf AngloAmerican, olieproducent ChevronTexaco, autofabrikant DaimlerChrysler, elektriciteitsbedrijf Eskom, cementfabrikant Lafarge, de pillenfabrikanten Pfizer en Bristol-Myers Squibb, staalproducent Tata Steel en de Nederlandse bierbrouwer Heineken financieren de programma’s grotendeels met hun eigen geld. Speerpunt is het opzetten van basale gezondheidszorg in Afrika, die op veel plaatsen op het continent nog steeds ontbreekt.
Het Franse Lafarge, wereldleider in cementproductie, is in Kameroen al bezig met het opleiden van medici en verpleegkundigen die HIV en aids onder medewerkers van het bedrijf en hun families kunnen behandelen. In Ghana bouwt Heineken kleine ziekenhuizen waar seropositieve Ghanezen behandeld kunnen worden en waar verpleegkundigen kunnen worden opgeleid. Olieproducent ChevronTexaco probeert in Nigeria samen met andere olieproducenten die in het land gevestigd zijn de al opgezette klinieken en ziekenhuizen te onderhouden.
Het geld dat de multinationals inbrengen in de strijd tegen aids in Afrika brengt het doel om 3 miljoen seropositieve Afrikanen in 2005 van aids-remmers te hebben voorzien, waartoe de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) maandag op Wereldaidsdag opriep, een stap dichterbij, aldus de coalitie van bedrijven. Zo’n 30 miljoen van de 40 miljoen seropositieven wereldwijd komen uit Afrika.