„Veiligheidsdiensten praten met Syrië”
DAMASCUS. Verschillende westerse veiligheidsdiensten hebben in de Syrische hoofdstad Damascus gepraat over de bestrijding van radicale islamistische groeperingen.
Dat zegt de Syrische onderminister van Buitenlandse Zaken, Faisal Mekdad, in een interview met de BBC, meldde de omroep in de nacht van dinsdag op woensdag.
Volgens Mekdad is er sprake van een schisma tussen de westerse veiligheidsdiensten die met Syrië willen samenwerken en de politici, die forse kritiek hebben op het bewind van president Bashar al-Assad. De opmars van jihadistische groeperingen die in Syrië tegen Assad vechten, baart veel landen zorgen.
Strijders van de Islamitische Staat van Irak en Syrië (ISIS) hebben dinsdag de Noord-Syrische stad Raqqa heroverd op rivaliserende rebellen. De met al-Qaida verbonden Syrische rebellengroep is nu heer en meester in het grootste deel van de gelijknamige noordelijke provincie waarvan Raqqa de hoofdstad is, meldde het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten.
ISIS leek een dag of twaalf geleden even in het nauw te geraken toen een los verband van gematigde tot ultraconservatieve Syrische rebellenbrigades de strijd met de moslimextremisten aanbonden. Maar de ISIS-strijders hebben veel van de aanvallen afgeslagen en winnen inmiddels hier en daar zelfs weer wat terrein. Als enige Syrische rebellengroep heeft ISIS nu een provinciehoofdstad in handen.
Zo’n 700 mensen zijn vanuit Frankrijk naar Syrië vertrokken om deel te nemen aan de strijd tegen de Syrische president Assad. Dat heeft de Franse president François Hollande dinsdag gezegd op een persconferentie. Hij wil dat de Franse autoriteiten terreurnetwerken in Frankrijk harder aanpakken.
Eerder werd nog aangenomen dat zo’n 400 Fransen naar Syrië waren getrokken, maar die inschatting blijkt te laag. Parijs, dat vreest dat de strijders bij terugkeer aanslagen plegen, moet de strijd aanbinden met „netwerken en huishoudens die terroristen herbergen.”