In opdracht van de gemeente Zoetermeer heeft de GGD onderzoek gedaan onder ruim 1200 inwoners van de wijken Seghwaert en Palenstein. Die buurten liggen naast de fabriek, die in 2010 haar deuren sloot. Enkele tientallen inwoners geven aan dat ze klachten hebben en dat ze die wijten aan Sterigenics. Maar volgens de GGD wordt „het grootste effect op de gezondheid van deze inwoners waarschijnlijk veroorzaakt door hun minder gunstige sociaaleconomische positie”.

Vooral in Palenstein zijn de problemen groot. Veel mensen daar zijn laagopgeleid. Er is veel werkloosheid, de inkomens liggen laag en veel mensen hebben schulden. Daardoor hebben velen het gevoel dat ze sociaal uitgesloten zijn. Bovendien roken vrij veel inwoners en bewegen ze niet genoeg.

Sterigenics maakte onder meer medische apparatuur schoon. In 2009 kwam het bedrijf in opspraak, omdat het jarenlang te hoge concentraties van de kankerverwekkende stof ethyleenoxide had uitgestoten. Maar volgens de GGD is er „een zwak verband tussen de mate van blootstelling aan ethyleenoxide en het krijgen van gezondheidsklachten”.

De uitstoot leidde tot veel ophef in Zoetermeer. In 2010 concludeerde een onderzoekscommissie dat de gemeente het bedrijf in 2002 onterecht een milieuvergunning had verstrekt en vervolgens jarenlang had verzuimd om de uitstoot te controleren. Commissievoorzitter Frank de Grave noemde dat „onaanvaardbaar” en „onbegrijpelijk en ongehoord”. Enkele maanden voor de conclusies was wethouder Frank Speel (Milieu) opgestapt.

Sterigenics verplaatste zijn activiteiten in 2010 van Zoetermeer naar het buitenland.