Strijdlustige Venezolaanse president vastbesloten aan te blijven
De als vanouds strijdlustige president van Venezuela, Hugo Chavez, heeft de plaatselijke afgevaardigden van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en het Carter Centrum op het paleis ontboden om luidruchtig zijn beklag te doen over de vermeende misdragingen van de oppositiepartijen en -politici die volgens het staatshoofd „een megafraude” beramen om hem te verdrijven.
De kiezers van Venezuela konden tussen vorige week vrijdag en dinsdag hun handtekening zetten onder een petitie gericht aan de electorale autoriteiten van het land om een referendum uit te schrijven over het al dan niet aanblijven van de president. De nieuwe grondwet -voor een belangrijk deel door Chavez zelf gedicteerd- bepaalt dat een gekozen staatshoofd moet aftreden wanneer bij een volksraadpleging een meerderheid van de kiezers te kennen geeft hierop prijs te stellen. Het referendum kan evenwel alleen plaatshebben wanneer de president de helft van zijn ambtstermijn heeft uitgezeten en 20 procent van de ingeschreven kiezers om een tussentijdse stemming vraagt. Venezuela telt ongeveer 12 miljoen kiezers.
Voor de ongeveer 2600 stemlokalen stonden de afgelopen dagen lange rijen mensen die de tropenzon -en ook af en toe een plensbui- trotseerden om het vroegtijdige vertrek van president Chavez te forceren. Waarnemers van de OAS en het Carter Centrum zagen toe op het ordelijke en eerlijke verloop van de inzameling van handtekeningen. Zij constateerden geen grove onrechtmatigheden.
Volgens niet-officiële cijfers hadden zondagmiddag reeds 2,5 miljoen stemgerechtigde Venezolanen formeel te kennen gegeven een referendum te wensen over een mogelijk vervroegd aftreden van de president. De organisatoren van de handtekeningenactie -een bonte verzameling politieke splinterpartijen, vakbonden, werkgeversorganisaties en talrijke andere groeperingen- zeiden aan te sturen op 4 miljoen handtekeningen of meer.
Maar volgens president Chavez zijn veel mensen gedwongen tot het plaatsen van handtekeningen onder de petitie door „gewetenloze werkgevers.” Het staatshoofd verklaarde ook bericht te hebben gekregen over het in omloop zijn van duizenden vervalste identiteitskaarten. „Alleen wanneer alle handtekeningen één voor één zijn nagetrokken en de identiteit van elke kiezer aan de hand van vingerafdrukken onomstotelijk is vast gesteld kan men met het tellen beginnen. Het zomaar opstellen van krabbeltjes en hanenpoten is niet serieus te nemen”, aldus Chavez.
Bij een eerste inzamelingsactie, die eerder dit jaar plaatshad, behaalde de oppositie weliswaar genoeg steunbetuigingen om een referendum te forceren maar de electorale autoriteiten verwierpen de aanvraag vanwege een aantal vormfouten, begaan bij het vergaren van de handtekeningen. Oppositieleiders beschuldigden president Chavez er toentertijd van terug te komen op zijn erewoord. Het staatshoofd had begin dit jaar beloofd de inzameling van handtekeningen voor een referendum over zijn aanblijven toe te staan. Die belofte bracht een bijna twee maanden lange algemene staking, die het land politiek en economisch verscheurde, ten einde.
Ook de oppositie deed dinsdag haar beklag over het verloop van de inzamelingsactie. Volgens Enrique Mendoza, een mogelijke presidentskandidaat, gingen de stemlokalen op veel plaatsen in het land pas open na lange vertragingen veroorzaakt door soldaten en officieren die vertegenwoordigers van de oppositie met ongebruikelijk nauwkeurige identiteitscontroles ophielden. Ook mensen die hun handtekening kwamen zetten moesten hun persoonsbewijzen uitvoerig laten inspecteren. „Ons is het leven op allerlei manieren zuur gemaakt, maar dat zet toch geen domper op het gevoel van vreugde over het buitensporig grote succes van de inzameling”, aldus Enrique Mendoza.
Ook secretaris Manuel Covas van de Venezolaanse Arbeidersconfederatie (CTV) was optimistisch gestemd. „Het referendum dat nu komen gaat, kan de politieke impasse in ons land op vreedzame manier doorbreken. De kiezers gunnen Venezuela thans een kans om zonder bloedvergieten de politieke spanning te ontladen”, aldus Covas.
In een haast ultieme poging om de kiezers ervan te weerhouden een handtekening te zetten onder de referendumaanvraag liet president Hugo Chavez het afgelopen weekeinde in de belangrijkste steden van het land zogeheten ”megamarkten” organiseren, waar levensmiddelen uit de staatsvoorraden tegen scherp gereduceerde prijzen verkrijgbaar waren.
In de hoofdstad Caracas stonden mensen soms vier uur in de rij voor een blik melkpoeder of een kilo rijst. „Ik heb vier kinderen te voeden en kan een buitenkans als deze niet onbenut laten”, zo verklaarde de 38-jarige huisvrouw Perla, die met bijval van omstanders verzekerde president Chavez zijn volle ambtstermijn te gunnen. „Alle andere politici zijn corrupt en laten ons vallen”, zo wist Perla.
Zelf twijfelt president Chavez ondanks alle aantijgingen over de „megafraude” geen moment aan zijn overwinning en aanblijven. „Niet alleen zal het referendum mislukken, ook zal ik mij in 2006 opnieuw kandidaat stellen om het land te besturen tot aan het jaar 2013 of misschien nog langer”, aldus het staatshoofd met zijn karakteristieke bravoure.
Hoewel de oppositie argumenteert dat de regering-Chavez met een ondoordacht beleid de economie van het eens welvarende Venezuela ruïneerde, is de president nog lang niet uitgeteld. De inzameling van handtekeningen mag dan succesvol zijn verlopen, opiniepeilingen geven aan dat ook de populariteit van Hugo Chavez weer in de lift zit. Ongeveer 40 procent van de bevolking is goed te spreken over zijn regering.
„Het is lang niet zeker of president Chavez dadelijk inderdaad de helft van zijn ambtstermijn moet inleveren. Voor de oppositie is het nog te vroeg om victorie te kraaien”, zo vindt sociologe Maria Sanjuan van de centrale universiteit in Caracas. Volgens Sanjuan speelt het ontbreken van een charismatische leider de oppositie parten. „Als beweging mist het blok van oppositiegroeperingen een brandpunt. Er is in hun gelederen geen enkele leider te vinden die de bevolking kan aanspreken. Bovendien wekt de oppositie weinig vertrouwen. Het enige dat het veelvoud aan partijen en vakbonden bindt, is een afkeer van president Chavez. Dat is een nogal mager platform”, aldus María Sanjuan.