De gemeente Rotterdam heeft de komst van het flexhotel voor arbeidsmigranten van het begin af aan gesteund. De Maasstad kampt namelijk met overlast op plekken waar veel migranten uit Midden- en Oost-Europa (MOE-landers) wonen. Wethouder Hamit Karakus (Wonen) hoopt dat bepaalde wijken in de stad worden ontlast, nu het Polenhotel is geopend.

Volgens de wethouder wonen er momenteel zo’n 30.000 tot 50.000 arbeidsmigranten uit MOE-landen in Rotterdam. Niet zelden zijn zij het slachtoffer van huisjesmelkers. Die huisvesten werknemers illegaal door hen met te veel tegelijk in een appartement of huis te plaatsen. „Dat legt druk op een wijk, omdat er bijvoorbeeld meer afval wordt geproduceerd en er meer parkeerplaatsen worden gebruikt dan waar een straat op berekend is”, zegt Karakus.

Volgens de wethouder biedt het hotel een goed alternatief. „Goede huisvesting is belangrijk. Bovendien hebben we als gemeente op deze manier zicht op arbeidsmigranten omdat ze zich moeten inschrijven in de gemeente.”

De kamers in het hotel, een voormalig asielzoekerscentrum, zijn sober maar netjes. Hotelbewoners hebben een eigen badkamer, televisie en koelkast. In het gebouw is ook een fitnessruimte. De bewoners krijgen een cursus Nederlands.

Het hotel valt niet bij iedereen in goede aarde. Leefbaar Rotterdam-raadslid Maarten Struyvenberg vreest voor een „aanzuigende werking” van zulke hotels. Volgens het raadslid is het flexhotel met al zijn voorzieningen een „luxe”, zeker voor arme Oost-Europeanen. Als in Oost-Europa het idee leeft dat Nederland goed zorgt voor buitenlandse werknemers, brengt dit nog meer migratie op gang, aldus Struyvenberg.

Ook buurtbewoners waren in eerste instantie niet blij met het Polenhotel. Volgens Karakus is het beeld dat sommige mensen van Oost-Europeanen hebben, niet terecht. De wethouder riep zaterdag op niet in te gaan op „onderbuikgevoelens”.