Een van de belangrijkste buitenlandse investeerders in het land, de Chinese Nationale Petroleummaatschappij (CNPC), brengt volgens het Chinese persbureau Xinhua vrijdag uit vrees voor het geweld g Chinese werknemers naar de Zuid-Sudanese hoofdstad Juba. Daar zijn vrijdag 40 Nederlanders opgehaald door de Nederlandse luchtmacht.

In olievelden in het noorden van het land zijn donderdag 14 Zuid-Sudanese arbeiders om het leven gekomen bij gevechten. Zuid-Sudan is de op twee na grootste olieproducent van Zwart Afrika en is normaal goed voor 245.000 vaten olie per dag.

De etnische strijd tussen de stam die het land domineert, die van de Dinka’s, en de tweede stam van het land, de Nuer, ontbrandde in het weekeinde naar verluidt in kazernes van de presidentiële garde in Juba. President Salva Kiir, een Dinka, zei maandag dat daar een staatsgreep was verijdeld. De politieke rivaal die hij in juli uit de regering gooide, vicepresident Riek Machar, een Nuer, weersprak dat en zei dat Kiir probeert opposanten de mond te snoeren.

Er is al maanden ongerustheid over de autoritaire neigingen van Kiir. Dat is niet alleen bij de Nuer of bij donoren en investeerders, maar ook binnen zijn eigen partij, de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging (SPLM). De SPLM is voortgekomen uit de door Dinka’s geleide guerrilla in de strijd tegen Sudan die in 2011 tot onafhankelijkheid leidde.

De hoop dat de strijd wordt bezworen met een feestelijke verzoening tussen de kemphanen, zoals zo vaak met stammentwisten in de regio, lijkt vervlogen. In Bor, de hoofdstad van de in bevolking en omvang grootste deelstaat Jonglei, lijkt de regering de toestand niet meer onder controle te hebben. In Pibor, ook in Jonglei, zijn gevechten gemeld. In Akobo, vlakbij de Ethiopische grens, zijn gevechten gemeld waarbij donderdag twee of drie Indiase blauwhelmen zijn gedood. Bij de VN-missie in Zuid-Sudan werken ook circa 30 Nederlanders.