Op zoek naar christelijke inspiratie voor Europa
BRUSSEL. Als het christendom de Europese integratie in het verleden kon inspireren, dan kan dat ook in de toekomst. Maar de vraag is hoe. Daarover was dinsdag in Brussel een conferentie.
De European Christian Political Movement (ECPM) heeft partners in veel landen in Europa. Met een schuin oogje kijken veel partijen naar de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog. In die tijd werd niet alleen de basis gelegd van de huidige Europese Unie. Maar het was ook de bloeitijd van de christendemocratische partijen.
Veel grondleggers van de Europese integratie waren overtuigde christenen (voornamelijk rooms-katholiek). Het gaat om dan onder meer om Konrad Adenauer (West-Duitsland), Robert Schuman (Frankrijk) en Alcide De Gasperi (Italië). Een belangrijke medestrijder, Jean Monnett, was geen christen, maar deelde toch de belangrijkste waarden.
Opvallend is dat al deze mannen internationaal dachten, maar evenzeer vaderlandslievend waren, aldus de Belgische onderzoeker Etienne Deschamps. „Dat was voor hen geen tegenstelling.”
Deschamps had gezocht naar meer overeenkomsten en er een paar gevonden. Al deze ”founding fathers” van de Europese integratie hadden zich verzet tegen het nazisme. Diverse van hen hadden zelfs in Duitse gevangenissen gezeten. Maar na de oorlog zetten ze zich stuk voor stuk in voor verzoening.
Nog een overeenkomst is dat ze allemaal „dicht bij grenzen” leefden, aldus Deschamps. Een observatie die bij het Nederlandse CU-Europarlementslid Peter van Dalen de vergelijking met PVV-leider Wilders opriep. „Hij is ook bij de grens, in Venlo, opgegroeid. Maar wat vroeger een voordeel was, is nu een nadeel. Want hij is de meest uitgesproken anti-Europeaan.”
De vraag is of de christelijke inspiratie van de grondleggers van de EU in de toekomst kan worden herhaald. Volgens de Finse christendemocraat Sari Essayah wel. Zij stelde voor om heel concreet de strijd aan te binden met mensensmokkel. „Ten minste 2,5 miljoen mensen zijn hier slachtoffer van. Dit is tegen elke Bijbels begrip van de menselijke waardigheid. Het is belangrijk dat samenlevingen een signaal afgeven dat dit fout is.”
Het voorbeeld voor Essayah is de Engelse negentiende-eeuwse politicus William Wilberforce. Die bond de strijd aan tegen de slavernij – en overwon.
Oud-ondernemer Peter Briscoe spiegelde economische beginselen aan principes van het koninkrijk van God. Kopen en verkopen staat tegenover weggeven en ontvangen; schaarste tegenover overvloed, en groei in procenten tegenover vermenigvuldiging. „Gods economie is heel anders”, aldus Briscoe. „Die is gebaseerd op liefde en niet op krediet.”
De Engelsman Jonathan Tame pleitte voor een leven uit relaties. Hij werkt bij het Jubilee Centre in Cambridge, dat bekend staat om de nadruk op relaties. Een Bijbels beginsel, stelde Tame. „De hele wet en de profeten hangen aan liefdevolle relaties.”
Individualisme lijkt wel een bevrijding van beperkingen op persoonlijke wensen, maar roept ook problemen op, aldus Tame. „Mensen moeten al op jonge leeftijd grote besluiten nemen. Ook vroeger kwam het voor dat jongeren verward waren over bijvoorbeeld hun seksuele oriëntatie, maar nu is er twijfel over hun complete identiteit.”
Tame kreeg de vraag of vanuit zijn visie Azië en Afrika als voorbeeld moeten dienen, omdat die culturen bekend staan om hun nadruk op gemeenschap. Toch niet, zei Tame. „In die traditionele wereld bestaat ook veel hiërarchie en machtsmisbruik, wat de relatie geen goed doet.”