Rebellen veroveren groot olieveld in Syrië
DAMASCUS (ANP/DPA/RTR/EFE). Rebellen hebben volgens activisten zaterdagochtend een van de grootste olievelden in het oosten van Syrië veroverd. Hierdoor zouden de troepen van de Syrische leider Bashar al-Assad afgesneden zijn van bijna alle lokale oliereserves, en grotendeels afhankelijk worden van import. Assad zou onder meer olie krijgen van bondgenoot Iran.
Het Syrische Observatorium voor Mensenrechten meldt dat er meerdere rebellengroepen betrokken waren bij de slag om het olieveld al-Omar in de regio Deir al-Zor, waaronder het al-Nusra Front, een aan al-Qaeda gelinkte groepering.
In de stad Aleppo en omgeving zijn zaterdag zeker 29 mensen om het leven gekomen door bombardementen van het Syrische leger, aldus het Observatorium. Ruim tien mensen kwamen om door luchtaanvallen op de wijk Tariq al Bab in Aleppo. Nog eens vijftien stierven door bombardementen op het nabijgelegen dorp Tadaf. Tientallen mensen raakten gewond.
In de westelijke kustregio Tartus is de auto aangevallen waarin de Syrische minister voor Nationale Verzoening zat, Ali Haidar. Staatspersbureau Sana meldt dat de minister de aanslag heeft overleefd. Wie de aanslag pleegde en hoe de minister er aan toe is, bleef onvermeld. Tartus is een bolwerk van het Assad-regime.
Sinds het begin van de opstand tegen het Assad-regime in 2011 zijn ruim 100.000 mensen omgekomen.