Buitenland

Diepe angst voor bloedbad in Centraal-Afrikaanse Republiek

APELDOORN. Het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), een land in het hart van Afrika, dreigt totaal uit de hand te lopen. „Er leeft diepe angst dat het tot een bloedbad gaat komen”, zegt de Italiaanse pater Aurelio Gazzera vanuit de westelijke stad Bozoum.

Redactie buitenland
20 November 2013 09:48Gewijzigd op 15 November 2020 07:10
Vluchtelingenkamp naast de kathedraal van de stad Bossangoa, in het noordwesten van de Centraal-Afrikaanse Republiek. De stad herbergt 41.000 vluchtelingen. beeld AFP
Vluchtelingenkamp naast de kathedraal van de stad Bossangoa, in het noordwesten van de Centraal-Afrikaanse Republiek. De stad herbergt 41.000 vluchtelingen. beeld AFP

Gazzera acht het zelf „meer dan mogelijk” dat de angst bewaarheid wordt. „Daarmee zullen alle getuigen van de misdaden van de laatste acht maanden direct geëlimineerd zijn”, sombert hij. Gazzera coördineert het werk van hulporganisatie Caritas in de regio rond Bozoum.

Tienduizenden mensen zijn op de vlucht geslagen. „Het hele land is knock-out”, zegt Gazzera. Alleen al in de stad Bossangoa, in het noordwesten, verblijven 41.000 vluchtelingen. „In andere gebieden gaan de rebellen dorp voor dorp met lege tassen langs de boeren. Die laten ze bij hen achter met de eis ze te vullen.”

De rebellen – dat zijn militanten van de groep Séléka, een gelegenheidscoalitie die in maart dit jaar de zittende president François Bozizé verdreef. In zijn plaats kwam Sélékacommandant Michel Djotodia aan de macht. Zijn gezag blijkt echter uitermate beperkt: hij heeft geen enkele controle over zijn manschappen. De laatste acht maanden trokken die rovend en plunderend door het land.

Djotodia heeft Séléka formeel ontbonden en de strijders een plaats in het nationale leger aangeboden. Het heeft de rust in het land echter niet doen weerkeren. „De rebellen zijn sinds de ontbinding van Séléka alleen maar nerveuzer geworden”, zegt Gazzera. „Ze lijken nu zo veel mogelijk te willen stelen, om vervolgens op het juiste moment de benen te nemen.”

De Sélékamilities zijn overwegend moslim, terwijl het grootste deel van het land christelijk is. De angst bestaat dat het tot hevige confrontaties tussen beide bevolkingsgroepen zal komen. Zo’n 80 procent van de 5 miljoen inwoners van het land is christen, terwijl slechts 10 tot 15 procent moslim is. Séléka krijgt steun van radicale moslims uit landen zoals Tsjaad en Sudan.

Begin deze week sprak ook VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon zijn grote zorgen uit over de situatie in de CAR. In een rapport aan de VN-Veiligheidsraad riep hij ertoe op „direct” militaire maatregelen te treffen om „de bevolking te beschermen tegen moordpartijen en aanslagen.” Volgens Ban is snelle actie nodig om te voorkomen dat het tot „wijdverbreide wreedheden” komt.

Er is in de CAR een troepenmacht van de Afrikaanse Unie actief om de orde te handhaven. Ban oppert om die macht om te vormen tot een VN-vredesmacht van 6000 militairen en 1700 agenten. Nog eens 3000 vredesmilitairen zijn er nodig als de crisis in het land erger wordt. Daarvoor zouden tijdelijk VN-troepen ingezet kunnen worden die elders in Afrika actief zijn.

De VN-Veiligheidsraad zal zich volgende week woensdag over dit voorstel buigen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer